Programma van 1 jan. tot 31 dec. 1923



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#470

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma



10,000 trank

geldprijzen en talrijke prijzen

in natura

cU)edstrijd

voor de ôcboonsle en cMeest CPbotogenieke cVrouw

van België

Sedert men weet dat we ons met cinema-aangelegenheden bezig houden stroomen aanvragen van ionge elementen, welke de loopbaan van lilm-kunstenaar of film-kunste-nares zouden willen betreden.

Duizenden jonge meisjes en vrouwen, in alle steden en dorpen, uit alle standen; duizenden mooie menschenkinderen, met 'n bekoorlijk figuur en een typische uitdrukking, bieden zich aan als cinema-artiste op te treden.

Welnu, De Cinema en zijn zusterblad Ciné-Rëvue, willen dien zoo dikwerf uitgesproken wensch onzer vrouwelijte bevolking, niet langer onbeantwoord löten. En met dit doel zetten we vanaf heden op touw, den meest boeienden prijskamp dien men denken kan: De Wedstrijd voor de meest Photogenieke Vrouw van België- — 70.000 frank geldprijzen en talrijke prijzen in natura.

Aldus geven we elke lezeres van De Cinema een kans, om te toonen dat ook zij de noodige bekoorlijkheid bezit om als film-artiste, eer en roem te verwerven.

Eén hoofdvereischte wordt van de candidaten evenwel gevergd: dat ze photo- geniek zijn: d. i. dat haar gelaatstrekken die hoedanigheden bezitten, zonder dewelke men niet, met kans van welslagen, een filmrol vervult.

Hoe over deze bijzonderheden geoordeeld, wordt in hiernaast omschreven reglement, waarnaar we alle deelneemsters verwijzen. Ook uiten we onze oVertuiging dat bij drommen, uit alle oorden des lands, blonde kopjes en brunette’s, jonge meisjes en volwassen vrouwen — héél de bloem onzer bevolking — met graagte aan onzen prijskamp zullen willen deelnemen. DE REDACTIE.

Reglement voor de Candidaten

1* Mogen deelnemen aan dezen wedstrijd, alle vrouwen of jonge meisjes van Belgische nationaliteit, die voor 15 Maart den leeftijd van 16 jaar bereikt hebben, en de, hierachter omschreven bepalingen zullen volgen.

2 De candidaat zal aan het adres van De Cinema laten geworden:

a) Twee harer portretten, het eene de face en het andere in profiel (postkaart-formaat), maar zoodanig dat het gezicht 2 centimeters hoogte heeft;

hi) Den bon, vastgehecht in de De Cinema (zie blz. 14), nauwkeurig ingevuld. De briefomslag, portretten en bon inhoudende, moet het volgend adres dragen: DE CINEMA, Charles Decosterstaat, 10-72, Brussel, of Provinciestraat, 24, Antwerpen, alsmede de aanwijzing: Wedstrijd van de meest Photogenieke Vrouw van België.

3° Een portret van elke deelneemster zal in de bladen van DE CINEMA verschijnen.

4° De in artikel 2 genoemde zendingen zullen ontvangen worden vanaf 15 Maart tot en met 15 Juni 1923. — Na dit tijdsip zal geen enkel candidatuur in aanmerking genomen worden. Op tijd en stond zullen de portretten der candidaten verschijnen in De Cinema. '

5 Een jury, samengesteld uit: Drie dnematographisten, drie Belgische kunstenaars en drie Belgische dagbladschrijvers of letterkundigen, zal gelast worden eene eerste keus te doen onder de duizenden candidaten en er 20 aan te duiden, waaronder het Belgisch publiek de meest lJhotogenieke Vrouw van België zal mogen kiezen.

Die 20 candidaten zullen op de kosten van De Cinema gefilmd worden en zullen dus tegelijkertijd op het doek en in de nummers van De Cinema verschijnen, ten einde de keus van het publiek te vergemakkelijken.

Wie deel neemt aan onzen prijskamp, neme de bepalingen van het reglement in acht en vuile den bon in, verschijnend op blz. 74 van DE CINEMA.

N° 10 1923

UITGEVER

3. MEUWISSEM.BRUSSEL tel. sieze

REDACTIE

BCU55EL. CH OE C05TER5TR. 10-12 ANTWERPEN. PROVINCIE5TR.9Y

HET HUMMED 50 Ca& JAARABONl 2.5 f*' VERSCHIJNT OP VRIJDAG

Boeit u niet altijd de Amerikaansche cinéro-man, waarin de jonge, heldin door vuur en vlam, door haat en kwaad, haar rein wezen van alle smetten vrij weet te houden; waar de woeste, maar dappere cow-boy of sheriff, zich als een modernen paladyn gedraagt, en moeite nog zorgen spaart opdat — na den twaalfden of vier-en-dertigsten episode — én de snoode verrader zijn verdiende straf ondergaat, én het schuldeloos kind met volle teugen het levensgenot mag smaken!

Zijt ge soms beu van die langdurige voorstellingen die de Yankee’s ons periodisch opsturen,

— wellicht voelt ge meer voor de Fransche cine-verhalen, en in ’t bijzonder voor die waarmede Feuillade onze belangstelling weet gaande te maken.

Feuillade. Is hij niet de volksverteller bij uitnemendheid; verdient hij niet met Sheherazade vergeleken te worden, den wijzen Oosterschen hoveling van Haroun-Al-Radich, die voor den sultan steeds nieuwe wonderlijke histories schiep, in duizend en een episoden...

Het publiek is als deze Vorst van het Morgenland; het eischt ook steeds nieuwe spannende tafe-reelen, en Feuillade zorgt dan ook dat zijn groote dorst naar nieuw en schoon, steeds versehen voorreed krijgt.

Nu werkt onze moderne Sheherazade aan een

nieuwe fresco dat evenwel slechts invijfdeelen op het doek moet verschijnen. De titel er van is Le Revenant. De vertolkers, 't zijn natuurlijk haast alle dezelfde welke deel uitmaken vanFeuil-lade’s reizend gezelschap: Sandra Milowa-noff, Biscot, enz. Doch ditmaal schijnt een vrouwelijke artieste, welke tot heden toe niet waarlijk als * star » opgetreden was, een hoofdrol te moeten vervullen.

Het is onze heden-daagsche filmster. Mejuffrouw Ginnette Mad-die, overigens een der delicaatste en meest gevoelvolle elementen die tot heden toé in de Fransche studio’s optrad.

Mej. Maddie is een uiterst elegante en fris-sche verschijning, nauw twintig jaren tellend. Reeds in Het Zwarte Diamant en in Sarati de Verschrikkelijke verwierf ze’ grooten bijval. Men zegt dat ze weldra — als Feuillade’s ciné-roman afgedraaid" zal zijn — onder leiding van de Heeren Mercanton en Hervyll, in een karakter-rol zal optreden.

Van de jeugdige artieste zelve, bekwamen we de mooie illustraties die de eerste bladzijden van ons tijdschrift sieren. Naar de gedragen kleeding, zal men opmaken dat Le Revenant, omstreeks ’t jaar 1770 speelt. Ginette is er de dochter van Bricot, hier als potten- en ketellapper optredend. Uiterst sober, doch juist hierdoor des te expressiever, is de houding van Mej. Maddie, in de verschillende toonee-

ONZE FILMSTER

Ginette MADDIE

Ginette Maddie als Roosje in Sarati de Verschrikkelijke.


Ginette Maddie in eenige tooneelen van La Revenante; boven zien we ze links het middageten aan haren vader, den ketellapper brengen, en rechts wordt ze door Biscot bekijfd, terwijl haar moeder ze verdedigt; in 't midden twee allerliefste uittreksels van den film, spelend in de laatste jaren der 18** eeuw.

De drie medaljons stellen ons de jonge veelbelovende filmster voor, de eene als eenlÔeeuwsche coquette, de tweede in modern toilet, de derde als de dochter van den ketellapper in den film La Revenante; de rol van haar vader wordt vertolkt door den grappigen Biscot.

ien, waarbij ze eenvoud aan schoonheid weet te paren.

En even verleidelijk lacht ze ons toe in lieflijk bruidstoilet, als in nederig lijfje; en uiterst waarheidvol vertolkt ze de opeenvolgende ge" moedsaandoeningen die haar hart beklemmen: liefde, vrees, hartzeer, vreugd of gelatenheid.

Dat voortaan Mej. Maddie meer in bioskoopvoortbrengsels zal optreden, lijdt geen twijfel, waar ze ons zelf schrijft: « Vele voorstellen werden me in de laatsteijden door bekende tooneelschikkers gedaan, zoodat ik tot heden toe niet wist aan welke offerte ik de voorkeur zal geven; een ding staat zeker, — voortaan zeg ik voor immer het gesproken tooneel vaarwel, en wijd me heel en al aan de VII4* Kunst ».

Er rest ons dus Mejuffrouw Gin-nette Maddie, namens alle cinema-liefhebbers, die morgen even veel bewonderaars van haar talent zullen zijn, van harte geluk en voorspoed te wenschen op de door haar gekozen loopbaan. Als nu maar gauw in onze groote bioskoopzalen Feuil-lade s laatste film vóór onze belangstellende oogen ontrold wordt! 't Zal ons gelegenheid geven te oordeelen of het talent van Maddie in rijping is gekomen. EMKA.

iRicO Bert en Zizi Festerat, in Kinderhart.

Kinderhart

De heer Francis Martin — voor de liefhebbers van Belgische ci-nematographische voortbrengsels geen onbekende, daar hij reeds in verschillende goedgeslaagde filmen zijn rol naar waarheid en gevoel wist te houden — kondigt ons aan dat hij nu als tooneel-schikker wil optreden. Te dien einde heeft hij zich bijzonder bezig gehouden met zijn kleinen leerling de Brus-selsche dreumes « Rico Bert », Onze « kid ».

« Kinderhart » zal er binnenkort op het doek vertoond worden. Zonder in breedvoerige besprekingen te vervallen, willen we toch vermelden dat de heer Leo De Boeck met de photo belast werd. Het lijdt geen twijfel dat de operateur van «Het gemartelde België » « La Libre Belgique » « Bel-

Onze Coogan: Rico Bert, een Brusselsch veelbelovend dreumesje.

Kico en froncis Martin: de laatste aanwijzingen.

gische zielen »,« De Arme Edelman », « Lotsbestemming » (Destinée) en verdere verdienstelijke films, ook ditmaal ons heldere goedgeslaagde opnamen zal bezorgen.

De heer Francis Martin omringt zich daarbij van goede krachten; noemen we, o. m. Zizi Festerat, Harzé, Du-ckesne, Jane Tony, Yvonne Willy, enz., zonder last not least, den kleinen Rico Bert te vergeten: alle Belgische artisten, waarvan veel te verwachten.

Na « Kinderhart », begint Martin nog « De Moord van Phœnix Park » en « P’tit Homme », waarin Rico de hoofdrol zal spelen.

Wenschen we den heer Francis Martin groeiend succes bij zijn verdienstelijk streven, om onze nationale bioskoop-nijverheid in de mate van zijn krachten, op te beuren.

BR IEYENBUS

V. C. — Dank voor medewerking; artikel zal plaats vinden in onze kolommen.

. WAAROM NIET? — Fox is inderdaad een Amerikaansche filmuitgeverij; • Nero is haar werk.

DE ZEEMAN. — Neen, op Belgische passagiersbooten worden nog geen bioskoopvoor-stellingen gegeven.

PETEERS CORNEEL. — Aanvragen als de uwe zijn legio: we kunnen niets beloven, maar zullen u zoo mogelijk aan tooneel-schikkers aanbevelen.

HELENA D... — Er zijn twee De Mille’s die zich met opnamen van films bezig houden-: Cecil B. De Mille en William De Mille.

BOLLEBOOS. — H. A. Parijs, die « Miss Sporting » afdraaide, begint binnen kort een nieuwe film, « Een jongen vol vlijt ».


Illlllllllllllflllllllll

ons Gmemß

nimm

Angst î

Als men eindelijk de Jood .Abranvowitch en zijne dochter Marya te huis geleid had, beide gewond door de steenworpen eener redelooze menigte, was de jonge student Sacha Mulm-kow bij hun eenvoudige woning blijven turen.

Hij bleef daar, niet durvend binnen te treden, want had hij niet,, al was het maar een korte stonde, aan ’s grijzaards onschuld getwijfeld?

’t Is waar, de schuld lag ook aan dat ingekankerd geloof, oud als d’aloude sagen en

De tfoedc Abrnmowitrh

traditioneele volksoverleveringen, dat ritueele moorden van kristen kinderen door de lsrae-11eten begaan werden, telkens bij Paaschvie-viering? Rn de kleine Sonia, juist daags voor Paschen onvindbaar, en haaf baretje in handen van vader Abramowitch gezien, en het oiphitsen van Bronsty tegen het gehate ras, Oeidend tot een soort auto-suggestie bij de massa, tot ’n onbedwingbaar « idée fixe », dat de schuld van alle kwaad bij de Joden lag... Hoe -zou Sacha niet als de anderen gedacht hebben?

Zeker, groote liefdé koesterde hij voor Manja. Sinds maanden hield hij van dat

Dc woed* van het volk

mooie Jodinnetje, zoo sierlijk van bouw. zo'> delicaat van lichaam en geest, zoo zacht en zoo teer...

En daarom dan ook, had hij eerst gewalgd, toen Dmitri Bronsky de grijzaard met bloe dige verwijten betichtte. Maar aan die machtige volksstem die den vader van zijn meisje voor kindermoordenaar uitschold, had hij dan ook gehoor gegeven.

Nu evenwel schaamde hij zich over zijn zwakheid.

Ren kind kwam het huis uit.

Dag broeder, zei het. achn herkenti nd

De pogrom

Dag broedertje, antwoordde de jonge man, hoe maakt het Manja?

— O, nu is ze beter: ze Had meer schrik dan pijn. Maar zag je, broeder, hoe dapper ze was, hoe ze zich heeft gesteld tusse hen vader en het volk dat hem steelrigde? Ach, was ik er maar hij geweest!

— Zou dat geholpen hebben, ventje?

— En of! 'k Zou ik wel vader Abramowitch tegen die wreedaards beschermd hebben, dat zou ik, en ook Man ja zouden ze niet geraakt hebben.

De jonge man kon niets uitbrengen en dorst den knaap niet in de oogen kijken.

Broertje, 'k wilde graag Manja zien.

— Manja! Manja! riep de kleuter, het huis binnenstormend.

En ze kwam, zijn meisje. Eerst ontwaarde ze niets in den nacht. Maar een bevende stem trok haar aan, en ze begreep wie haar naam uitsprak, en ook haar hart bonsde zoo of het de beklemming van haar horst wou breken.

— Manja, zei de stem — en de jonge man trad nader— ik kom tot je als ’n berouwvolle boeteling. Ook ik was eerst van je vader’s onschuld overtuigd, je vader, zoo’n zacht, rechtvaardig wezen. Maar Dmitri sprak zoo stout: ik dacht dat hij me tot zijn meening had overgehaald. Manja, Manja lief. zal je het me ooit, vergeven?

• — ’k Heb zwaar geleden. Sacha. Ja, hevig was mijn zielspijn, vadertje te zien steenigen. zwaarder nog mijn leed te weten dat ook jij. mijn jongen, met die domme kudde meeheulde. De massa is blind, denkt niet na — maar jij, Sacha!

Ik hen je liefde onwaardig, Manja...

—- O. dat redelooze vee, die woesiaards. ik heb ze gezien als dieren van alle ketens bevrijd; ik lieh die gezichten als muilen verwrongen gezien, oogen uitpuilend van woede.

Manja en Sacha

de lucht scheurend onder hun kreten van haat; hun monden waren zwart als donkere holen die moord en kwaad braakten!

— Ik heb de steenen gezien naar vader’s hoofd geslingerd, en het bloed van mijn vader kleurde de straat. Maar de ware afschuw, de diepste pijn, ’t was t« weten dat Sacha Mulnikow onder die honderden razenden was, en zoo ik me in ’t gedrang geworpen heb, ’t was omdat een steen uit Sacha Mulnikow’s hand het voorhoofd zijner kleine verloofde zou raken...

— Manja! Ik was niet onder ben! Ik zocht het kind. Twijfel was er nog in het diepst van mijn wezen. En toen ik het meisje vond, heb ik het aan het volk getoond, om de schandelijke betichting te weerleggen, en je vader te redden.

— O, hen jij het, Sacha?

Nu geen woorden meer. Beide hadden een stap voorwaarts gedaan en waren in eikaar’s armen. Twee harten waren weer saam, en. eerbiedig, teeder, kuste Sacha het beminnelijk kopje dat zich tegen zijn breede borst had gevleid. Dan weer, na deze liefkozingen, zijn stem, nu beslist klankvol klinkend, in den vallenden nacht:

— Manja, voortaan zal ik als jij de verdrukten beschermen tegen onrecht en lafheid. Ik wil helpen verzoening stichten tus-schen tegen elkaar staande godsdienstbegrippen en rassen.

— Zuit je dat? O, mijn Sacha, dan ben je zeker de kleine Manja waardig. Ik houd van

je, Sacha.

Da nacht heeft nu zijn sluier gelegd op het minnend paar, dat in volle harmonie, vol hoop en liefde, ’s levens harden strijd wil strijden, doch ook ’s levens geluk dienen zal.

EMKA.


Lucy VOULOIR

Lnure DE TURCK

Ednah VAN DEN HAUTE

.-Marthe VERBRUGGE

Elise LEFERRE

Prosper Merimée schrijft ergens, waar hij handelt over de schoonheid van de Zuid Europeesche vrouwen: « Om mooi te zijn, zegt de Spanjaard, moet de vrouw dertig si’s in zich vereenigen, of wel, zij moet de beschrijving waard zijn van tien bijvoeglijke naamwoorden waarvan ieder op drie verschillende lichaamsdeelen toepasselijk is. Zoo bijvoorbeeld moet zij drie dingen zwart hebben: oogen, oqghaa-ren en wenkbrauwen; drie dingen sierlijk: handen, lippen en vlechten, enz., enz. »

Wij gaven hier deze aanwijzingen, meenend dat ze onze Vlaam-sche kandidaten van nut können zijn,—- als het oordeel van haar spiegel, en dat van vrienden en kennissen haar geen overtuiging schenkt.

Doch onze wedstrijd eischt ook « photogenie ». Die eigenschap nu is minder makkelijk duidelijk te maken. Men neme evenwel in aanmerking dat zij die in cinema-producties wil optreden, een frische ongerepte gelaatskleur dient te tf 'ten, da at t minste puistje of oneffenheid op het doek zichtbaar Roode m-nen geven zwarte plekken op de film, zoodat men holle wangen schijnt te hebben. En waar vooral dient opgelet, is dat de kandidaat even charmant is voor als in profiel gezien, en ook dat het profiel van rechts niat een andere type als dit van links biedt, 't geen wel meer het gevaf is. Soms ook bezit een meisje een allerbekoorlijkst gezicht vóór en in profiel, maar schijnen haar trekken grof, op een driekwart opname.

Dit al zijn eigenaardige gevallen, welke zich kunnen voordoen, en waarmede de jury die de honderden photo’s van onzen prijskamp zal sorteeren, rekening dient te houden.

Intusschen hopen wS dat ’t geen hier voorafging onze lezeressen niet zal afschrikken, en verwachten dat nog meerdere aan den vreed-zamen strijd om « de meeste photogenieke vrouw van België », zullen •deelnemen. Ä DE, REDACTIE.

Alex HENDRY

Lily VAN DEN BROECKE

rrumence

CLERCK

IiniGI: KAHDIDATEH VOOR OHZEH PMJSKAMP:

DE SCHOOLSTE EM HEEST PMOTOGEM IEKE VROUW VAM DELG IE .


Het verhaal van de door Faust verwekte wonderen heeft eeuwen lang vermaak geschonken aan het volk, terwijl zijn nootlottig einde tot waarschuwing strekte om zich toch nooit met tooverij in te laten.

Onze verlichte eeuw gelooft niet meer aan wonderen van dien aard. Doch de drang is in den tnensch gebleven, als hij zijn lot te zwaar acht, dien te veranderen door zich eene andere persoonlijkheid eigen te maken, Waar deze gedaanteverwisseling gebeurt, ten koste van andermans leven en goed, is deze handelwijze even laakbaar en verwerpelijk als die van Faust. De ayonturen van Erik Olthov kunnen ons daarom allerboeiendst toeschijnen; doch ook hier blijkt uit den afloop der feiten hoe het lot zich keert tegen hem die 't verkrachten wil.

Erik Olthov was rijk en zocht met reizen en genieten den levensbeker tot op den bodem te ledigen. Doch, alhoewel nauwelijks de dertig overschreden, scheen zijn geblaseerd gemoed voor geen nieuwe aandoeningen vatbaar. Tot eens, toen hij in Egypte vertoefde, eene vrouw — n buitengewoon reine en schoone verschijning — zijn oog had geboeid, heel zijn wezen in begeestering brengende.

Zij zelve had hem niet opgemerkt onder de menigte die naar eenen slangenbezweerder keek. Haar naam was Thyra Bruhn, sinds ze trouwde met den beroemden ouheidkundige, Olaf Bruhn.

Hij, Erik, meent door deze vrouw eene nieuwe bron van genoegens ontdekt te hebben. Haar bezitten, de plaats van haren man innemen, ook in haar hart, dit is nu zijn eenig doel. En het toéval schijnt hem te dienen: gelijkt hij niet sprekend op Bruhn, zou hij niet alle gewoonten en houdingen

van den ægyptoloog nabootsen, diens plaats kunnen innemen, én in de maatschappij, én in den huiselijken kring?

Diep heeft deze gedachte wortel geschoten in zijn brein. Den geleerde is hij nagevolgd tot midden in de woestijn, tot in de grafkelders waar hij zijne navorschingen voortzet. En daar, gekleed als Olaf, met verzilverde haren en dezelfde gelaatsuitdrukking, verschijnt hij plotseling vóór den eenzamen zoeker, als zijn tweeden « Ik »; en deze woorden brengen Bruhn's evenbeeld uit, akelig, . angstig klinkende onder de hooge gewelven van § het vóórhistorisch graf:

« Ik Ben Gij... »

Olaf schrikt, wijkt voor die vorschende blikken, hem als uit zijn eigen oogen toegeworpen; plotseling zinken eenige planken onder zijne voeten weg en hij valt in eenen diepen kuil, waar dertig eeuwen de mummie van eenen Egyptischen vorst sliep.

Erik heeft zich alle dokumenten van den ægyptoloog toegeëigend, vooral niet vergetende dàt mede te nemen wat betrekking heeft op de studies van den geleerde; ook de eenzelvigheidsbewijzen van Olaf zijn in z'n bezit; en zoo, zelfs voor intiemen geheel en al gelijk aan Thyra's echtgenoot, begeeft hij zich naar diens huis, waar de liefhebbende gade haren gewaanden levensgezel met liefde onthaalt.

Toch heeft Thyra zich van eene zekere schroom-heid niet kunnen vrijwaren sinds den terugkeer van haar man. Ook hun dochterje, Karen, schuw en vreesachtig, schijnt met den vader niet als voorheen om te gaan. En als Erik, op den avond van zijne eerste gedaanteverwisseling in Olaf Bruhn, zich hofdichtst bij zij;' doel waant en zijne vurigste

wenschen meent bekroond te zien, sluit Thyra voor hem de deur harer slaapvertrekken: ze kan den geheimzinnigen weerzin voor haren man niet overwinnen; en de kleine Karen zelfs glijdt uit haar bedje en vlijt zich op de mat vóór mamas kamer, als 'n bescherm-engeitje, de sponde van moeder bewakende.

's Anderendaags. Erik . heeft onder zijne scho- el een briefje gevonden: Ik Ben Gij, dezelfde zin die hij Olaf toestuurde. En de vrouw die nu vertrouwelijk naar hem kwam, schrikt bij den blik die hij haar toewerpt! En later en steeds nu, terwijl Erik dokumenten wil bestu-deeren, herleest hij de schrikbarende woorden, telkens kwelt hem het ijselijk gezegde dat den ondergang van den anderen moest zijn:/A- Hen Gij!

En nu dreigt voor Olthov een nieuw gevaar: Altride, zijne gewezen minares, voor Thyra verlaten, is dorstig naar wraak. Van haar oom, die in t geniep handel in vergift drijft, weet ze er een fleschje te bekomen...

Intusschen, terwijl in den huiselijken kring, Erik dat geluk nog niet verkregen heeft waarvoor hij gansch zijne persoonlijkheid opofferde en eene onnoembere misdaad bedreef, noodigen de Hoogeschool-profes-sors den beroemden reiziger uit eene \40 o r» dracht te geven over zijne ontdekkingen bij Amaris’ graf. Nu begint voor den valschaard een gedurig strijden, wijl verzoekingen en raadgevingen hem steeds van Carybdis naar Scylla werpen. Toen hij de hand wou leggen op de noo-dige dokumenten, onmisbaar om, in kennis van zaken, vóór het hoog auditorium te spreken, had hij Bruhn zelf, als eene schim weer in zijn eigen huis verschijnend, er de hand zien opleggen. En nu omdat Thyra, zijne liefde niet begrijpende, hem smeekt zijn voordracht te geven, is hij te rade gegaan bij eenen ouden ægyptoloog, die hem dan toch van 't een en


12 t ander op do hoogte had weten te brengen; eindelijk bevindt hij zich vóór het weetgierige publiek en eenetilte is ingetreden wijl allen naar "s geleerden wijs woord luisteren.

Doch zie, daar aan het uiteinde der zaal, als voorheen in het graf der Pharao s, is een andere Bruhn verschenen. En Erik wijst hem aan, door onuitsprekelijken angst bevangen; neen, de voordracht kan niet doorgaan, de toehoorders verlaten de zaal, terwijl Olthov machteloos neerzinkt als door den biksem getroffen.

Thyra zelf, ze is nu uitgeput. En dien zelfden weerzin, die haar sinds den terugkeer van haren man overmeesterde, beangstigt'haar weer. En ze vlucht door velden en heide, naar het eenzaam

laten wanende, verward door de twee mannen, wilt Olaf vergiftigen; en nu stort haar verstand in krankzinnigheid en weldra kwijnt ze weg en streft een verschrikkelijken dood...

Erik heeft de hoogste bergtoppen beklommen en steeds hooger steigende, bereikt hij de beruchte Hellerots en verdwijnt in den afgrond, waaruit men nimmer wederkeert.

Om het karakter van Erik Olthov te vertolken, is een bijzonder exp’ ssie-talent noodig en tevens een geheel medevo.en met de handelingen van den stouten waaghals. Hans Mierendorff werd met den dubbelen rol van Bruhn en Olthov belast: we

buitenhuisje, waar ze eens met Olaf Bruhn een onvergetelijk geluk heeft gesmaakt; waarom kan ze nu niet meer in hem den levensgezel van weleer zien?

En twee schimmen hebben haar achtervolgd, volgen hare voetsporen in den sneeuw.

Neen, nog geeft Erik den strijd niet op, nog is het lijden van Thyra niet ten volle geleden. Wel heeft nu een dokter haar overtuigd dat Olaf, door ziekte gekweld, zich zelven niet meester was geweest; wel heeft de ware echtgenoot zijne plaats weer ingenomen bij vrouw en kind, maar Erik verschijnt nog dreigend vóór hem, om opnieuw vrouw, roem en geluk te stelen. Doch ditmaal onthaalt Bruhn hem met dezelfde woorden: Ik Ben Gij, die eens zoo ijselijk klonken in het eeuwenoud graf. En Thyra, zich door haren echtgenoot verdurven beweren dat de taak die hij op zich nam even zwaar was als die van de artisten die Dokter JeckylI en M. Hide, of beide soortgelijke figuren in De Afschuw, of de vele gedaanteverwisselingen in Dokter Mabuse aandurfden en volbrachten.

In dees geweldig drama — een strijd op leven en dood — waarvan de prijs eene vrouw is, speelt ook de vrouwelijke artiste, die dezen rol vervult, met gevoel en kracht. En de overige figuren — Altride en haar oom, de oude oudheidkundige, enz. — zijn ook meesterlijk weergegeven.

.’t Dient daarbij gezegd dat behendig geschikte decors, goede lichteffecten en een zeer duidelijke photo de inspiratie van den maker zeer hebben geholpen en van het geheel een uiterst boeiende fresco vormen, een wonder-verhaal, tot nadenken stemmende. MARNIX.

58. HOE MACH EEN MAN ZIJNS1 LEVENS LUSTEN.

Vloeiend.

Antwerpsch Liedeboek.

1. Hoe mach een

2. Mijn lief - ken

3. Och, moch - te

4. Die ons dit

zijns le - - vensr lus - ten, de mi uit - - ver - - co - ren, den tijt ghe - - Ie - ven,

de - ken so lus-tich stel - de.

Die zijn Eer hi Dat hi Het was

lie - ve-ken ver - lo - ren mi laetst-wer-ven ver - -mi min-de en ic hem een ghe-selle-ken jonc en de

heeft? Sijn sin-ne-kens zijn - liet; Hi en ley - de mi niet! Ic sou-de mijn her -fijn;VrouVe - nus’lief - -

hem in swaer onniet dan deucht te - te - ken in rus-te de die hem daer - toe

rus - ten, Want dat her-te-ken vo - ren, En nu laet hi mi stel - len. En la-ten hem oock int quel-de; Het is so quaet bi

ghee int swaer nij -

nen troost swaer

- ders

en heeft,

ver — — driet. ver — — driet. te zijn.


14

Chronometers

WONDER VAN NAUWKEURIGHEID

Maximum-afwijking: één minuut per maand

In nikkel: 280 frank In goud: van af <300 frank

TENSEN

Aux Fabricants Suisses Réunis

BRUSSEL

12, Oude Kleerkoopemtraat, I:

ANTWERPEN 12, Schoenmarkt, 12

HET HOEKJE VAN DEN PH1LOSOOF

Time is Money

Zoo spreken de Kngelsehen en Amerikanen; Tijd is geld! En wie mij mijn tijd beneemt met onbenullige gesprekken, die besteelt mij.

Zoo sprak ook een Brusselsch rentenier, die •en wandeling wilde doen. « Time is money », zegde hij, « ik zal de tram nemen om te gaan wande'ent »

Maar toen hij aan 't Bosch kwam, had een gauwdief op de tram reeds zijn portefeuille gerobberd... Time is niet altijd money!

Wel voor Douglas' Fairbanks.

Deze filmartist wint ongeveer 10,000 dollar of 150,000 frank per week. Dat maakt, voor een week van ö werkdagen, 1,666 dollar per dag, of 209 do'lar per uur, of 3.50 dollar per minuut.

Wanneer Douglas dus gestoord wordt door

een vriend, terwijl hij aan ’t filmen is, zoo verliest de maatschappij in 5 minuten tijds 17.50 dollar. Dan roept de directeur wellicht « Hola, Doug, time is money! »

Tijd is geld. Voor de filmdraaiers is de sehoone zomertijd meer geld waard dan de donkere wintermaanden, wanneer zij slechts moeilijk in open lucht kunnen filmen. En zonderling, voor de cinemabazen brengt de wintertijd meer geld in hun kas dan de zomer.

Dat gaat zoo in ’t leven: Iemands dood is a1 tijd iemands brood. Zie maar in den film « The Kid », van Chariot en Jackie Coogan. Telkens er een vensterruit den laatstem adem uitblaast is er werk... en brood voor Charlie.

En zoo gaat Jackie de ruiten ingooien. En wanneer een politie achter den. kleine staat, dan krabt Jackie zich in de haren, denkt; « Time is money », en hij slaat op de vlucht.

FILOSOOF.

Don tot deelname aan den cPr/jskamp

poor de

(Schoonste en meest cPhotogenieke cl)routv oan Delgië

Mejuffrouwj (naarn),.... (voornaam).

Mevrouw )

geboren te ...., den , wo

nend: .... straat, n' , te , wenscht

deel te nemen aan den prijskamp voor de meest photogenieke vrouw van België.

Aan bet bestuur van De Cinema, met de meeste Hoogachting

(Handteekening)

N. B. — Duidelijk en leesbaar dezen bon invullen, en het zenden aan 't volgende adres:

De Cinema, 10-12, Charles De Costerstraat, Brussel, of Provinclestraat, 94, Antwerpen.

Achille GEYZEN

178, KONINKLIJKESTRAAT, BRÜSSEL

I elephoon: B Qö.04 — Telegram-adres: Oeyzella-Brussel

:: Bijhuis: 13, JESUSSTRAAT, ANTWERPEN::

ALGEMEEN AGENT VOOR BELGIË VAN DEN BEKENDEN PIANO

" August Förster „

THE AUTOPIANO Kästner & C° Ltd

IN METAAL GEMONTEERD

ALTIJD VOORRADIG - 20.000 ROLL EN -VAN 65 en 88 NOTEN

•/V Mvganle cll)ere!J poêlai gijn scboenwi •nvi L.IOIV INT OIR

O . . cru often hoedanigheid, de meest in zwang zijnde tinten

LIO.N NOM PIIUDICTBN, Vundehtrail, 42 i i Bru- el

4de Hanuds-Jaarheurs van Brussel, Stand t. S20

E. HAANEN, Vandermeerschitrast,' 51, BRlbltl


DE SIGAAR VAN EEN FRANK VIJF CENTIEM DIE ER TWEE WAARD IS

Ernest TINCHANT:: Antwerpen

CLARY„

/AELIOR