Programma van 18 tot 23 apr. 1925



Brochure

Bron: FelixArchief nr. 1968#806

Deze tekst werd automatisch gegenereerd op basis van gescande pagina’s met OCR-software. Door de diverse historische lettertypes gebeurde dat niet altijd foutloos.

Toon alleen de facsimile’s van dit programma



POUR AVOIR UNE BIERE BONNE ET SAINE

Adressez-vous à la Brasserie

VAN HOMBEECK

BERCHEM - Tél. 5210

ltli:m<:s en BOUTEILLES - en FUTS

HABILLEZ VOS ! Maison BERTH Y

ENFANTS 106, rue de l’Eglise, 106

BRITANNIA Grand choix en toutes sortes de RO U RR URSS Manteaux et casaquins à partir

17, Longue rue d’Argile de fr. 37 5

lonriiiiiire (iénérale Anininoliile

12, rue Van Ertborn

Tél. 2921 ANVERS Tel. 2921

Agence pour la Province d’Anvers du Vrai “FERODO"

Agence poqr Anvers des Roulements à billes

Agence générale pour la Belgique du Diamond et Noble's Polish

La seule maison de la place fournissan aux garages aux prix de gros

PHOTOGRAVEURS

DESSINATEURS

EXECUTION RAPIDE ET SOIGNÉE

Champ Vleminekx.. Ö ANVERS

HsasHsasasasasEsasGüi

'OUVRAGES DE DAMES

OUVRAGES DESSINÉS

LAINES, SOIES, COTONS, COUVRE-LITS, NAPPES, STORES, BONNETTERIE A LA MAIN, DENTELLES, JUMPERS

MAISON EMMA

HANDWERKEN

WOL, ZIJDE, KATOEN, BEDSPREIEN, TAFEL-KLEEDEREN, STORES, KANTEN, HANDBREIGOËD, JUMPERS

Anvers, Rue Vondelstraat, 15, Antwerpen

ALLE ELEGANTE DAMEN KOOPEN HUNNE

PELSEN

Pelsmantels, Boas en Marabous

in het

Huis ANNA

Diepestraat, 140 - ANTWERPEN - A

MEUBLES

I Les plus grands Magasins en Belgique

9 Longue rue des Claires 9

H (près Meir)

= Grand choix de garnitures, 200 salles à manger, § _ -hambres à coucher, salons, ciïisines, verandah's, | I bureaux, literies, chaises-longues, etc. etc. |

liaison Américaine

Meilleur marché qu’ailleurs I Ouvert tous les jours jusqu’à 8 h. s. | Magasin fermé

ÏÏÎiiiiiiiiiiiiiiiiiiii!iiiiiiiiiiil(jiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiÜ

Autos poui Cérémonies, Mariages, Baptêmes et Fêtes

Garage J. & H. DEHU

Téléphone 3107

42, Canal des Briseurs - ANVERS

VOYAGES A L’ÉTRANGER - EXCURSIONS È PRIX A FORFAIT

3'rvcCte/K etc.

zoJi ik. LL fje£j?e

'CEH Ëïïüre st ft a at20

BRODERIES-PERLAGES

ancienne

Mm RYCKAERT

A. Caucheteux, successeur

Rue Rubens, 17 - Téléphone 12217 Rue Porte St. Georges, 27 - Tél. 12218

ANVERS

MAISO.X DE COAFIAXCE

Ateliers de „Plissage et Points clairs

.. EN GE ESCH HO ED EN MA GA ZIJN..

VONDELSTR., 19

nabij St. Jansplaatsi

CAUS

De laatste nienwiglieden in Vilten Hoeden

SjfEle,

RJüirrje eus

Ziei Zalage


ROYAL - ZOOLOGIE CINEMA

PROGRAMME du 18 au 23 AVRIL

Les Vautours

GRAND DRAME EN 6 PARTIES

Morton Dudley est un Shylock moderne, chez qui défilent de nombreux membres de la Haute Société anglaise, lorsqu’ils ont des revers de fortune. Mais après ses « heures de bureau » il se transforme, le vautour devient Michel Whitburn, bourgeois fortuné, ne vivant que pour sa fille Olive, qui ignore comme tout le monde la véritable identité de son père. La Duchesse de Remington s’est fortement endettée chez Dudley et celui-ci coalisent ii annuler ses créances si la duchesse accepte de patronner sa fille Olive dans la haute société, car l’usurier rêve pour elle un beau mariage et un beau nom. Olive Morton pénètre donc dans le grand mondé et devient l’amie de Lady Brenda Canyon. Celle-ci est fiancée, au jeune Lord Ingestre. Hector . Grant, client assidu de Dudley, aime également Lady Brenda. Il surprend la véritable! identité-du père d’Olive. Le régiment de Lord Ingestre et de Grant ést' envoyé aux Indes, et Grant, qui songe à se venger, a fait croire à Olive qu’il l’aimait. Chaperonnées par une amie, les deux jeunes filles partent également pour les Indes. C’est là que Grant parvient à compromettre Olive et lorsque celle-ci, folle de désespoir, disparaît, il fait tomber les soupçons sur Lord Ingestre, d’où rupture des fiançailles. Mais Dudleiy veut venger sa fille qu’il croit morte. Lady Ingestre est également fortement endettée chez lui. Il fait exécuter sa débitrice et vendre son château. Olive a parcouru le monde et s’est réfugiée en Italie, (d’où, à bout de ressources elle envoie un mot à Lady Brenda. Lorsqu’elle est retrouvée, au milieu des ruines d’un tremblement de terre, Olive fait connaître le véritable coupable et le bonheur rentre dans tous ces foyers d’où la vanité, la jalousie et le jeu l’avaient chassé.

1. Les Mousquetaires au Couvent

(ouverture)

2. PATHÉ - REVUE

Varney

JIMMY, JEUNE PREMIERE

comédie vaudeville interprétée avec CARETH HUGHES

LES VAUTOURS

GRAND DRAME

Pendant la Pause

Récital pour Orgue

PROGRAMMA van 18 tot 23 APRIL

1. De Musketiers in het Klooster .... Varney

(openingsfuk)

De Gieren

BEKNOPTE INHOUD

2. PATHE - REVUE

JIMMY, JEUNE PREMIERE

Blijspel vertolkt door CARETH HUGHES

DE GIEREN

GROOT DRAMA

Tijdens de Poos

Récitaal voor Orgel

Semaine prochaine

Dette

GRAND DRaME

Prochainement

BARBARA

LA MARR LIONEL

BARRYMORE

BERT LYTELL

RICHARD

BENNETT

MONTAGU

LOVE

dans

Morton Dudley is een hedendaagsch Shylock, pandleender der gezaghebbendste leden van En-geland’s hooge wereld wanneer liet hun niet voor den wind gaat. Doch na zijn « bureeluren » vervormt de gier zich tot de welstellende burger Michel Whitburn, slechts levend voor het geluk zijner dochter Olive, die liet echte bëroep van haar vader niet kent, als trouwens iedereen. De Hertogin de Remington weet geen uitweg uit haar schulden bij Dudley en deze stemt er in toe zijn vorderingen te vernietigen zoo ze Olive in de voorname kringen wil binnenvoeren, want Morton droomt van een mooi huwelijk en een mooie naam voor zijn dochter.

Zoo wordt Olive de vriendin van Lady Brenda Carryon, de verloofde van Lorei Ingestre, op wie echter ook een zekere Hector Grant — trouwe klient van Dudley! — verliefd is. Grant, die Whitburn’s echte eenzelvigheid heeft ontdekt, wil zich wreken, en wanneer zijn regiment met datgene van Ingestre naar Indië moet vertrekken, laat hij Olive gelooven dat hij ze bemint. De beide meisjes vertrekken ook naar Indië- Daar gelukt het, Grant Olive te oomprometteieren en wanneer deze, uitzinnig van wanhoop, verdwijnt, laat hij de verdenkingen op Lord Tngestre vallen. Vandaar verbreking der verloving met Lady Brenda. Doch Dudley, zijn dochter dood wanend, wreekt zich door Lady Ingestre’s bezittingen — welke hij als pand bezat — te verkoopen.

OliVe doolt intusschen op de wereld en is tot in Italië gevlucht, van waaruit ze naar Lady Brenda een bericht zendt. Wanneer men haar weervindt, midden puinen eener aardbeving, veropenbaart Olive wiet den ware schuldige is en het geluk kan terugk-eeren in die middens waar ijdelheid en jaloenschheid het hebben verjaagd.

Imprimerie du Centre, 26. Rempart Kipdorp, Anvers

ou Rome La Cité Eternelle


FILM-REVUE

Barbara La Marr

“DE SPHINX”

ARBARA La Marr is de onweerstaanbare-Première van een doek

ijr waarop zoovele onweerstaanbare artisten voorkomen. Zij is de sluipende, zacbte, bevallige jonge vrouw. Met de snelheid en den glans van een meteoor flikkerde ze aan den filmhemel, doch hier eindigt de gelijkenis, want thans nog schittert La Marr’s ster aan het cinema-firmament. Op het doek verschijnt ze als een groote, soms breede, doch altijd eerbiedwaardige figuur. Van natuur uit is ze klein en jong en haar manieren zijn fijner dan op het doek. Zij bezit een paar veranderlijke oogen, soms grijs, andermalen groen. We bemerkten wel eens in haar oog het purper van een viooltje, doch altijd schijnen ze verborgen onder haar donkere oogwimpers. Hare wenks-brauwen rijzen zenuwachtig in een soort van eeuwigdurende vraag. Hare gevoelige neusgaten zetten uit onder het praten. Haar mond is klein, zacht en bekoorlijk. En Barbara’s handen zijn van de schoonste die we ooit te bewonderen kregen, lang, tenger, lief... zij betooveren ons. Onder het gesprek gebruikt zij ze voortdurend en legt aldus meer nadruk op wat zij zegt. .Onwillekeurig volgt men haar handen, hetzij ze vlug en zenuwachtig rondzwaaien, of langzame en boeiende gebaren maken.

Barbara La Marr kent het leven. Onder haar kwart-eeuwsch lang bestaan heeft zich reeds meer dan een romance afgespeeld; zij kende dagen vol verdriet en kommer, kende ontmoediging en oog-ste tevens bijval. Als schrijfster genoot ze 'ëen zekere bekendheid, omdat zij de betreden paden verliet en de hoedanigheid bezat van ongemeene gedachten neer te pennen. Als danseres verworf ze faam voor zichzelf. Zij groeide op in kommer en ontberingen... Nu geniet ze weelde en bezit machtige eigendommen. Al wat ze thans heeft, vergaarde ze in de twee ja-ren van ongelooflijken bijval in de filmwereld. Twee jaren van oprechte inspanning en hard werk.

« Gelukkig voor mij », vertelt ze, «had ik de eene goede kans na de andere; ik ontmoette telkens groote bestuurders,

doch ieder oogenblik was gevuld met werk, nog werk altijd maar meer werk. Het was een gespannen verantwoordelijkheid voor me. Want soms w:erp men mij in de rollen van de grootste artisten. Ik dacht dat het gedacht van mijn bewonderaars te leur te stellen me zou doo-den. Ik bemin ieder oogenblik van mijn

BARBARA LA MARR

She can play siren and the sympathetic roles, and do both equally well.

werk, iedere duim van mijn voortduren-den vooruitgang, doch ieder maal als ik een nieuw karakter uitbeeldde, droeg het. een stukje mijner ziel mee... en maakte mij wat ouder. Mijn laatste stuk « Thy name is Woman » is naar mijn meening het beste wat ik geschapen heb. Ik min Guerita en haren moed, haar angsten, verhopingen en hartstochten! Doch, het

FILM-REVUE

was heel afmattend voor me, zoodanig dat ik huiswaarts keerde na het werk en zonder eten noch drinken naar bed ging.»

La Marr bezit iets dat we bij geen andere vinden kunnen op het doek: den blik der oogen. Niet hun kleur noch grootte, doch dat ondoordringbaar iets dat schuilt in hunne diepte. Dat iets ligt dààr omdat Barbara niet graag een ander nabootst: zij betracht.... een nieuwe kfennis. Zij is onhandelbaar van af haar kindsheid. Zij zoekt niet lijk wij of onze ouderen het deden. Wanneer een nieuwe ondervinding zich voor haar ontplooit, dan drijft hare onverzadigde hoedanigheid haar op andere wegen. Zij bezit

thans kennis, wijsheid en evenwicht....

doch zij heeft deze bezittingen duur betaald.

Veel werd er over haar geschreven ten tijde van haar eerste huwelijk — ze was pas de kindsheid ontgroeid — de rechter, die de echtscheiding verleende bestempelde ze « te schoon ».

Doch een zaak staat vast: haar aanhoudende langzame, vaste rijzing; overtuigd van haar bekwaamheid, zeker van haar te bereiken doel. Zij zou haar leven niet willen veranderen, want dat leven maakte van haar La Marr.

Lief, gevierd, is zij tevreden doch niet voldaan. Zij voelde nooit dat de wereld haar iets verschuldigd was, doch zij had de rotsvaste overtuiging, dat de wereld haar alles zou geven! Zij mint de weelde en staart met genoegen naar al de ver-kwikkelingen van haar omgeving en toch vergeet ze .de dagen van honger en ontbering niet en zal — lichamelijk en geestelijk — werken om de terugkomst ervan te beletten.

Men vroeg haar eens om haar aangenomen kindje te zien. Zij had het meegebracht uit Texas, na een harer omreizen. Men bekeek het vol bewondering toen het kwam aangéloopen, vastgeklampt aan der nurse’s hand. Het jongetje is zestien maanden oud en zeer groot voor zijn ouderdom. Tè schoon voor een jongen, met die groote blauwe oogen en golvende gele lokken. Geen wonder dat het kindje zich in Barbara’s hart wierp wanneer hij ze zag en het daar zoo vast nestelde, dat zij geen rust meer vond tot de papieren klaar waren, welke haar toelieten het kind mede te nemen. En nu omringt zij het met allerhande lieftalligheden, geeft het de beste zorgen en de kinderlijkste verkwikkingen, haar belooning vindende in ’s kinds glorierijken glimlach, wanneer het, de handen uitgestrekt, haar toeroept: « Mammy ».

We kunnen ons La Marr niet inbeelden in den rol. van een miskende, lijdende vrouw, doch we weten, dat ze een verdraagzaam medegevoel heeft voor die ongelukkige zuster, en dat ze desnoods wel bereid is haar goeden raad en geldelijke hulp te bezorgen.

Haar schoonste hoedanigheid is haar verdraagzaamheid; al wie, van verre of na, met Barbara in betrekking komt we-teft er over te spreken; zij is niet opdringerig en zij geeft de gewaarwording van volmaakte meoschenkennis; nooit heeft ze den schijn hare meerderheid eri overwicht te laten gevoelen.

Liefde heeft een verhevene beteekenis voor Barbara.

(( Geen enkele vrouw » zegt ze « die de liefde niet gekend heeft, bezit een ziel. Liefde is ziel. Doch het is zeldzaam den persoon dien we beminnen. Het is eerder het ideaal der liefde onzer jeugd dat we beminnen. Wanneer iemand ons bevalt, dan komen al de ideale hoedanigheden in onze verbeelding aangedraafd, waarmede we onzen Verleidenden Prins mee omringden en we bekleeden er den man mee die voor ons staat. Somtijds past dit kleed. Ik ben zeer gelukkig nu. Mijn echtgenoot en ik zijn groote vrienden. We verstaan elkander wonderwel. Schier nooit ontmoeten we elkaar gedurende den dag. Wanneer we s morgens vertrekken, zeggen we waarlijk vaarwel, en wanneer we ’s avonds huiswaarts komen gaan we aan ’t vertellen'over onze bezigheden van den dag. »

Hier hébben we dus Là Marr een

vrouw die zonder schroom hare begeerte om het leven te kennen heeft voldaan.... en die er wijselijk is uit teruggekeerd, zeker van zichzelf, en verdraagzaam tegenover haren vriend, den man.

Zij blijft de behaaglijke panter.... lief, zacht en streelend, rustig en toch altijd met dien oorspronkelijken blik vol waarschuwing, diep in hare bekoorlijke, vurige oogen. Deze blik, die verblindt en betoovert, aanlokt zelfs wanneer hij een aankomend gevaar waarschuwt; want onder deze flüweelen zachtheid schuilen scherpe klauwen. Dat oorspronkelijke vuur, zoo dicht bij de oppervlakte, is volgens La Marr zelf, de basis van hare aantrekkingskracht... en dit alles ligt verscholen in de blikken harer oogen.


FILM-REVUE

FILM - SCHOOL - GEDOE

13 ongeluksgetal — “In de kleine Shako” — “Bader uit minne”

ET Kun dertienen zaten zij in het bovenzaaltje van « De Kleinen Shako » te wachten naar oen professor, een graat-mageren slungel, miserie-zaaier, rijk aan illusie-ieugens en kommer, ’t Leven was hem tegengeloo-pen en in de cinematografie ging hij de redding zoeken.

Met dertienen wachten zij hem. Dertien, ongeluksgetal, dat wellicht de « Judas » brengen zou, die den meester aan de galg zou brengen.

Met een onhandige houding ontsloot hij de deur en professoraal groette hij de aanwezigheden, burgermeisjes en jongens met cinema-manie en écran-ziekte behebt. Weer waren er een vijftal weggebleven van de vergadering, die hij met de naam van « les » bestempelde. Vijf, dat beteekende heel wat minder ontvangsten en wat minder enthousiasme.

Hoe hij er toe gekomen was zijn plaats te laten varen om dit onregelmatige leven te omhelzen? Och, wat wilt ge! Een halve, onvolledige opvoeding had hem steeds een noch visch noch vleesch-be-diende doen zijn, die in het kleine alle-daagsche het nooit verder dan tot het middelmatige zou weten te brengen. Toen dan ook enkele durvers de handen ineensloegen en hun centen waagden om een film « een Antwerpschen film » te draaien, had hij een rol op zijn aktief genomen en van sinds was het gevoel, dat hem in de « stille kunst-1> een rol van beteekenis weggelegd was, in hem opgekomen. Jammer genoeg bleek de rolprent « Verdwaalde Geesten » méér dan een mislukking, en, zagen de medeijve-raars zulks in;bij hem was de bij gedachte, deren te wijten was. Van toen was de miserie voor hem begonnen, werkeloos, liever verwijlend bij hersenschimmige dwaasheden, die hem in een onontwik-kelbaàr net van leugens en onwaarheid bracht, werkte hij beurtelings in de mijnen, op de Parijsche boulevards, als chauffeur, enz., enz. Wanneer hij dan ook te Antwerpen weerkeerde, arm aan

goederen, illusie en kunde, meende hij de « cinema » te laten betalen wat deze kunst hem gekost had.

Vandaar het stichten der school met de gedurige vrees voor politie-inmenging, het beloven en nog eens beloven, het bezoek van krantenmenschen die hij zand in de oogen wilde strooien en oh! zoo onhandig ontving.

Thans was hij aan de zevende les....

Les! God betere het. Hij voelde bij poo-zen het zelf, de sukkel, hoezeer lessen hem noodig waren, lessen om te leeren hoe te groeten, hoe met menschen om te gaan.

Liefderijke zielen hadden hem een op-name-apparaat geleend, het apparaat dat a Verdwaalde Geesten » had gefotografeerd, en misschien, dacht hij, misschien is het toch nog niet' uitgesloten dat ik eens aan ’t filmeeren ga. Zijn zoo dikwijls herhaalde deuntje begon hij stilaan zelf te gelooven en tusschen de les in, roepende zijn: Au temps, observez le rythme... un, deux, trois... un, deux, trois..., stapelden zich millioenen stu-/ diën in zijn brein en dacht hij aan veel, veel geld en invloed.

Het scenario dat hij ontworpen had en waarvoor er les werd gehouden stelde voor:

De oude, blinde graaf, wordt door zijn dochter in den waan gelaten dat er nog welstand in het gezin heerscht en bij het eetmaal vergenoegt zij zich met brood en water, terwijl de vader lekkere spijzen worden aangeboden. Het is oudejaarsavond en juist komt den zoon van den oorlog terug.

In dit larmoyant néo-romantiek toontje was het te herhalen werk gekozen, bloemlezingen uit roman, feuillëtons van over een zestigtal jaren.

Beurtelings vertoonden de leerlingen een schunnige weergave van den ouden graaf, de opofferende dochter en de weer-fceerenden soldaat, en sommigen onder hen «-speelden » met een toewijding, beter doel waardig. Opnieuw en nog eens op-

FILM-REVUE

nieuw werd er herhaald, om dan ten slotte te besluiten met een: Tot morgen, heer en en dames.

Sommige der leerlingen betaalden en anderen bleven praten, praten over de stille kunst, in angstige onzekerheid of zij wel ooit een rol zouden ter vervulling krijgen.

Het waren nochtans dagen van be-trekkelijken welstand die de « would-be » professor doormaakte. Terend op de faam van den mislukten film, gaf deze band, die hij voor zich op ’t kantoortafeltje legde, een zeker « air » van authenticiteit, die menig twijfelend leerling overhaalde, nogmaals de enkele franken lesgeld te betalen.

Ingewikkeld-onmogelijk klonken zijn verwarde, op cinematografie betrek hebbende verklaringen. Het gedecomposeer-de gaan, de. okergele schmink, kortom technische bijzonderheden uit cinema-bla-den en, tijdschriften vergaard, hadden hem een niet zuiver omlijnde meening over de « Stille Kunst » bezorgd, die iets met » mysticisme » uitstaans had.

Toch was het weifelend dat hij tot filmeeren overging. De gelegenheid hiertoe werd hem echter opgedrongen en hem bleef geen andere keus. Een journalist, die het goed met hem meende, verbond zich een film te draaien rpet Josbé, een onzer bekendste operettenzangers, en de arme professor zou de opnamen doen.

Heel wat angstzweet kostte het hem en heel wat film aan den journalist, eer het apparaat geladen was. Men merkte het duidelijk dat voor de eerste maal zijns levens hij een opname-apparaât te gebruiken had. In het enthousiasme van het oogenblik geloofde men min of meer zijn verklaringen, dat bij elke lading van het toestel een 6 à 7 meters film vergoeid werden.

De opname, proef-opname, greep plaats op de koer van het Palladium.

Toeschouwers in overvloed gaven de noodige atmosfeer en de zanger acteerde de van hem gevergde tooneelen met kunde en onweerstaanbare grappigheid. Nog eens en nog eens werd de opname herhaald tot het helaas bleek dat de film, verkeerd ingestoken, zich in het magazijn had vastgerold, alle mogelijke ruimten van het apparaat vullend en al de raderen beklemmend en in de war sturend. Toen men tot deze ontdekking kwam brak een kwaad oogenblik voor den professor aan, en slechts door een star kijken in het apparaat en gedurig trekken aan de eindjes

film, die langs alle zijden uitpuilden, wist hij zich aan de wraakzuchtige gevoelens van acteur en journalist te onttrekken.

Na een reeks mislukkingen van dien aard kwam hij een zekeren dag verklaren dat hij thans « zeker » was’. — Zijn toestel,— dat eerst onklaar was, was thans hersteld, enz., enz.

Met touwen omwonden, hier en daar door een kurk vastgehouden, leek het toestel meer op speelgoed dan op een heusch apparaat.

Voor de groote gelegenheid had hij enkele leerlingen, de ingewijden uitgenoo-digd, rekenend op een verbeteren van zijn populariteit die erg gedaald was.

« Bader uit minne » was de film waaraan geijverd werd.

Met toestel op den rug en als aspirant-detectieven. voetje voor voetje voortschrijdend, ging het gezelschap een twee' tal eenden na, op de boorden van den park-vijver. Het kwam er op aan verliefde eenden te fotografieeren en vreemd genoeg, bleek zulks niet gemakkelijk. Nochtans, verliefde ganzen en eenden he-hooren tot het alledaagsche want... maar kom, dwalen wij niet af. Kortom, na anderhalf uur wandelen werden de dieren moe en zetten zich. In braaf gelooven — men is enthousiast of men is het niet — werd de pose aj 'verliefd aanschouwd. De eene eend reinigde zich de pluimen en de andere, ot twee meters afstand, pikte gras en... weer werd er gedraaid dat het een lust gaf.

Maar kom, waarom verwijlen bij de kalvarie die de « professor » medemaak-te en die niet alleen zijn volkomen onkunde, maar ook zijn onherroepelijke on- ’ bevoegdheid bewees.

De minste zijner zoogezegde leerlingen gaven hem vingerwijzingen, doodgewone wenken, die hij enkele minuten later als eigene wijsheid verkocht.

Hij streed tegen het onmogelijke, zichzelf beïnvloedend om te gelooven aan de toekomst der « Antwerpsche Cinématographie.

Stilaan verlieten al de leerlingen hem, voelend hoezeer hij alle gave om iets te doceeren miste, en het was dank aan zijn, volslagen onbenulligheid dat andere gevolgen uitbleven.

God! voor hem waren het gezellige avondjes geweest, waar pret en muziek werd gemaakt en blonde bock geschonken.

Toen werd hij zich bewust en koos, verstandige daad (éindelijk!) zich ëen nedé-


FILM-REVUE

ri ge, maar op waarheid steunende betrekking.

Het blijkt echter, dat de eerste ervaringen hem geen af doende les waren.

Is zulks zoo en wil hij waarlijk het lot tarten, dan zullen wij ons genoopt zien met meer bijzonderheden op dit alles terug te komen, want verkeerde voorstellingen opwekken bij meestal minderjarigen en op den koop toe er een baantje van maken, is een broodwinning die met « winnen » in den zin van verwerven door <( arbeid » weinig te maken heeft.

Professor V. V. V. houde het zich voor gezegd! C. H.

Cinemabrievenbus

VERLOREN SCHAAP. — 1) U hoeft ze een verontschuldigingsbrief te zenden.

2) ’t Spijt ons zeer, maar daar kunnen we ons niet mede gelasten.

3) Is in orde voor wat de eventueele photo’s betreft.

SANS SOUCI. — 1 ) Mrs. Wallace Reid; adres: c/o Suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.), U.S.A.

2) Celine James; adres: 11, rue d’Or sei, Paris.

3) Marthe Ferrare; adres: 2!9, rue Descombes, Paris.

PRO MOJOUKINE. — 1) De naam van die artist is niet gegeven geworden.

2) Ivan Mosjoukine; adres: c/o Studios Albatros, 53, rue du Sergean Bobillot, Montreuii-sous-Bois (France).

3) Inzenders voor de Vrije Tribuun zijn verplicht hun naam en adres (kenbaar te maken; beide blijven echter strikt geheim.

BEZETTE GEBIED 29.— 1) May Mac Avoy, voornaamste filmen: «My Husband’s other Wife », «Hit or Miss», «Woman under Oat ». Geboren in 1901. Adres: c/o Metro Goldwyn Pictures, 1025, Lilian Way, Los Angeles (Cal.), U.S.A.

2) Ons beroepsgeheim verbiedt het ons der gelijke inlichtingen te verstrekken.

LEKKERBEK. — 1 ) Lewis Stone; adres: c/o Suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.),U.S.A.

2) Ralph Lewis; adres: 8221, De Longpré Avenue, Los Angeles (Cal.), U.S.A.

3) Beiden iin de Fransche of Engelsche taal te' schrijven en zenden gratis hun photo.

ARG OW -MALLORY. — Nota van schrijven genomen en gelieve bij gelegenheid eens langs het bureel te komen.

SENORA CARMEN. — Bes; doet U eens te schrijven aan tooneelagencie of aan het Syndi-kaat der tooneelkunstenaars.

R. ANTWERP F. C. — 1) Johnny Hinnes; adres: c/o Suite 523. Taft Building, Hollywood (Cal.), U.S.A.

2) Is tooneelrubriek en dient U aan den desbetref f enden medewerker te vragen.

3) Er is destijds sprake geweest van een Fransche titel van dien naam, maar hebben er voorts nie's meer over gehoord.

PIANO. — De ware naam van Malec is Buster Keaton; lis gehuwd met Constance Tal madge, zuster van Nathalie en Norma; hun echt is tot hiertoe gezegend met twee babies.

CHU-CHIN-CHUW. — 1) Vermoeden dat die artist Huntley Gorden is; adres: Paramount Studios, 6284, Selma Avenue, Hollywood (Cal.), U.S.A.

2) D e film is een band «die er door kan»; bewuste artist trad vroeger slechts in kluchtfil'men op en heeft zich nu in een ander genre geworpen, waaruit hij met eer op den voorgrand wist te treden. Is in 1890 geboren.

3) Rudolph Valentino draait « The Cobra » voor de Ritz Carlton Productions, maar deze band zal door Paramount worden uitgegeven, zoadat de naam dezer firma toch overwegend zijn zal.

RUDI. — I Hack Mulhall; adres: 5852, Harold Way, Hollywood (Cal.), U.S.A.

2) Johnny Hinnes, zie adres antwoord aan R. Antwerp F. C.

3) In welke film en van welke maatschappij hebt U deze artist zien optreden?

MALEC. — 1) Helen FerguSon; adres: 1765, C. North Bronson Avenue, Los Angeles (Cal.),

2) In welke film en van welke maatschappij hebt U déze artisten zien optreden?

2) Jack Mulhall; zie adres, antwoord aan Rudi.

3) Ernst Deutsch; adres: 20, Kr onpr inzenn f er, Berlin N. W. 2Ö.

N. B. — De eerste zendt zijn photo tegen vergoeding van 2 fr.; de tweede gratis; dé derde tegen vergoeding van 2 mark.

BOUBOULE. — 1 ) Gertrud Arnold; adres: 8, Mine

• 2) Hans-Carl Müller; adres: 2\7, Kurfürstendamm, Berlin W. 15.

3) Georg Baselt; adres: Xantenerstrasse, 17, Berlin-Wilmersdorf.

LISETTE. — Maria Kouszne±off is een lyrische kunstenares van Fransche afkomst, die eenige filmen heeft gedraaid; adres: 11, rue Théodore de Banville, Paris.

DE BÉ. — 1) De roi der Chineesohe slavin in « De dief van Bagdad » werd vertolkt door Anna May Wong; adres: c/o Suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.), U.S.A.

2) Mary Odette; adres: 3, Reichsstrasse, Berlin-Charlottenburg.

3) Emil Jannings, adres: 3, Reichstrasse, Berlin-Charlottenburg.

LOMME. — Hier in België is er voor U niets te doen; we nemen aandachtig uw naam en adres in nota; in afwachting raden we U aan eens te schrijven aan volgend adres: Syndicat des Opérateurs de prises de Vues, 11, Villa Letour-neur. Fonfenay-sous-Bois (France).

WINNIE. — 1) Marjorie Hume; adres: c/o r, rue de Rocroy, Paris.

2) Leslie ShaW; adres: c/o Room 53, The Fleetway House, Farringdenstreet, Londen E.C. 4.

N. B. — Elen brief voor het buitenland hoeft f.r 0.75 zegel.

MARIE-ANTOINETTE. — 1) Tom Mix; adres: c/o 5841, Carlton Way, Hollywood (Cal.), U.S.A,

2) Léon Mathot doet zeker nog aan de film, maar niet meer in een zóó vlug tempo als vroeger.

3) Sessue Hayakawa doet U best in de En gel-sehe taal te schrijven; U kunt het echter met de Frans„che taal eens wagen.

N. B. — Gelieve ons wel te willen verontschuldigen, daar we niet op de hoogte waren der smartelijke omstandigheden, waarin U verkeerde! en tevens onze welgemeende deelneming te aanvaarden in het onherstelbaar verlies dat U komt te ondergaan. — N.

FILM-REVUE

MOUCHKE. — 1 ) Patsy Ruth Miller; adres: 1822, North Wilson Place, Hollywood (Cal'.), U.S.A.

2) Die artist was Casson Ferguson.

3) De rol van den vioolspeler in « De Vijanden der Vrouw » werd vertolkt door Garreth Hughes.

N. B.— We zwijgen als een graf en spreken is ons té straf! Gesnapt?

TWEE TURNERS. — 1 ) Colleen Moore is een vrouwelijke fümartiste; maar er bestaat verwarming bij U beiden door bet feit dat er nog mannelijke artisten zijn welke de naam, Moore dragen, bijv. Tom Moore, Matt Moore, Owen Moore, Pax Moore, enz.

2) Colleen Moore en Claire Windsor vertolkten beiden de hoofdrollén in die film.

3) De naam van die artist was Wyndham Sta/nd-

LIEVELINGSKLEUR. — 1) De rol van »Mme de Kerl or in « De Twee Verstootel ingen » werd vertolkt door Marjorie Hume; te schrijven in de Fransche of Engelsche taal; zendt gratis haar photo; adres: c/o 3, rue de Rocroy, Paris.

2) Wat moet er nu gedacht worden van de kleur van uw briefje, dé beteekenis dier kleur en uw deknaam?

SUS. — Bijdrage voor V. T. nieit geschikt. PALLIETERKÈN. —- 1) Rolverdeeling niet gegeven;

2) Paul Richter draait zeker nog, maar kunnen natuurlijk riet zeggen, wanneer zijn filmen hier aan de markt zullen komen;

3) Heeft een rol vertolkt in een paar banden met Henny Porten.

WILLY EN JIM. — 1) Ruth Roland, voornaamste filmen: « Hands up! », «Tiger’s Trail»,

« Ruth of the Rockies »; adres: 205, South Nor-o:n Avenue, Los Angeles (Cal.), U. S. A.;

2) Mae Murray, voornaamste filmen: « Lilliane' », «Jazzman’a », « Fashion Row »; adres: c/ó Metro-Goldwyn Studios. 1025, Lilian Way, Los Angeles (Cal.), U. S. A.;

3) De mannelijke hoofdrol in « De achtste Vrouw van Blauwbaard » werd vertolkt door Huntley Gordon; voornaamste filmen: « The H-lustrous Prince », «Home-Birth », « The Greatest Question »; adres: c/o Paramount Studios, 6284, Selma Avenue, Hollywood (Cal.), U.S.A.,

CHASSEUR. — Die rol in « Les Grands » werd vertolkt door Max de R eux; zendt zijn photo tegen vergoeding van fr. 2.—; in de Fransche taal te schrijven; adres: 14, rue Monge, Paris.

REAMONDERUS. — Lijst ontvangen en wordt geplaatst. Beste gelukwenschen aan de mannen van de manifesten der General Steam.

SEDECIAS. — 1) De ware naam van Maciste is Ernesto Pagani; adres: Vicolo Albert, Cito

Cu emo, Rome;

2) Iedereen mag daar aan meedoen.

VERGEET-MIJ-NIETJE. 1) Ralph Lewis en

Mitchell Lews zijn geen bloedverwanten;

2) Rod la Rocque is in 1897 geboren; adres: c/o suite 523, Taft Building, Hollywood (Cal.), U. S. A.;

3) Richard Dix is gehuwd; adres: Paramount Studios, 6284, Selma Avenue, Hollywood (Cal.), U. S. A.

ALICE PA VOR. — 1) Marcya Capri is van Ita-liaansche afkomst; rond de 25 jaar oud; is geen zeer bekende artiste; heeft wat naam gemaakt door een paar banden.

2) Bedoelde artiste is onder kunstopzicht niet te vergelijken met Huguette Du flos; deze laats'e staat oneindig veel hooger.

SMARAGD. — 1) Lon Chaney is de ware naam

van die artist; geboren te Colorado Springs, op

1 April 1883.

2) U kunt deze persoon schrijven larjgs ons bureel om,

3) Patsy Ruth Millér is de ware naam dezer artiste; geboren in 1904 op Portland (Oregon).

LABRADOR. — 1) «Salammbô» zullen we hier denkelijk tijdens het volgend seizoen -te zien krijgen.

2) Is hier iji België tusschengelaseht.

3) « Hollandia »-Filmfabrieken te Haarlem.

NEMO.

N. B. — Vragen ons na Zondag toegekomen worden in het volgend nummer beantwoord.

Ons PhotohoeRje

DE BE ontyng gratis de photo van:

Raquel Meller, formaat 23 1/2 x 17 1/2, na 9 dagen; ...

Antonio Moreno, formaat 14 1/2 x 20 1/2, na 19 dagen.

M. V. BOURGOGNIE ontving gratis de photo van:

Pola Negri, formaat 12 x 18, na 2 maanden.

SANS-SOUCI onJtving gratis de photo van:

Ernst Deutsch, postkaartformaat, na 15 dagen;

Bernhardt Goetzke (2 stuks), id., na 9 dagen;

Henri Baudin, formaat 12 x 18, na 3 dagen;

Raquel Meller, formaat 23 ‘1/2 x 17 1/2, na 42 dagen.

REAMONDERUS ontving gratis de photo van:

Ginette Maddie, na 8 d., form. 13 1/2 x 8 1/2;

Colleen Moore, na 80 d., formaat 24 x 15 1/2;

Dustin Farnum, na 113 dagen, formaat 18 x 12;

M lton Sills, na 70 dagen, formaat 18 x 17;

Anna Q. Nilson, na 81 d.,form.!7 1/2 x 12 1/2;

Ivor Novello, na 19 d., form. 13 1/2 x 8 1/2;

Yvette Andreyor, na 7 d., form. 13 1/2 x 8 1/2;

Ruth Roland, na 40 d., form. 15 1/2 x 7 1/2;

Georges Biscot, na 38 d., form. 13 1/2x8 1/2;

Soava Gallone, na 54 d., form. 24 x 15 1/2;

Jane Rollette, na 20 d., form. 13 1/2 x 8 1/2;

Conway Tearle, na 40 . dagen, form. 18 x 13;

Henri Baudin, na 24 dagen, form. 18 x 12;

Leona Haid, na 17 dagen, formaat 18 x 13;

Estelle Taylor, na 61 dagen, formaat 18 x 13;

Dorys Kenneyon, na 61 dagen, form. 18 x 13;

Mary Kersmasm, na 76 dagen, formaat 18 x 13;

William Desmond, na 80 dagen, form. 18 x 17.

Cinemonieüiusjes van Paramount

POLA NEGRI moet in haar nieuwe film, «The Charmer », een personnage voorstellen van een schitterende schoonheid: v.roolijk, bekoorlijk,

speelsch, geestig en flirtend. Zij. heeft dan ook een « type » samengesteld, <üe al de bovengenoemde hoedanigheden bezit. Nog een blijk van. Pol'a’s groot talent.

EDWARD BURNS heeft een kontrakt met Paramount geteekemd en zal de partenaire zijn van. Bebe Daniels in haar film « The Manicure Girl' », onder leiding van Frank Tuttle.

DE FAMOUS PLAYERS-LASKY-CORPORATION heeft, in samenwerking met het groot Ame-rikaansch dagblad « Liberty »,een groeten prijskamp samengesteld. Deze wedstrijd bestaat uit een samenstellen van een oorspronkelijk gedacht voor eèn scenario. De prijs daarvoor is 50.000 dollar.


PHYLLIS HAVER

PHYLLIS HAVER, welke ons het bewijs geleverd heeft dat zij een hoogstaand dramatisch talent bezit, met haar vertolking van «Polly Love» in de Goldwyn-film « The Christian », naar het boek van Sir Hall Caine, begon haar filmloopbaan bij de Mack Sennett Comedies.

Haar intrede in het stille tooneel, al was dit niet sensationeel, was toch iets buitengewoons. Zij woonde te Los An-, geles, nevens een cinema. Een harer vriendinnen verkreeg de leiding aldaar van het orkest, hetwelk bestond uit één enkele piano. Zekeren avond ging die vriendin naar een bal en vroeg aan Phyllis, welke ook piano spelen kon, haar plaats in te nemen. Dit arrangeerden de beide meisjes, zonder er iets van aan den cinemadirecteur te zeggen, daar deze,

volgens de pianiste, nooit kwam zien en dus niets zou te weten komen.

Het meisje was mis wanneer zij dacht dat den bestuurder er niets van te weten zou komen, want Phyllis speelde anders dan haar vriendin en het duurde dan ook niet lang of men hoorde dat er iets niet in den haak was. Doch, dit viel ten voordeele uit van Phyllis, want men liet haar de plaats behouden en voor ha ir vriendin zocht men iets anders.

Doch, spelen te Los Angeles heeft ook zijn goede zijde, want nu en dan zitten er filmstars in de zaal. Met een dezer kwam zij in, aanraking en kwam zoo bij de Mack Sennett Comedies, ten tijde der Keystone Comedies, en spoedig werd zij uitgekozen om rollen te spelen. Een van haar beste films was « Married Life », met Ben Turpin aan haar zijde, maar het was ook hierin dat men meer

nog haar bijzondere gaven en schoonheid opmerkte.

Zooals alle « bathing-girls » droomde zij ook iets meer te worden en zoo kwam het dat zij « Polly » speelde.

Phyllis Haver stamt af van Ieren, want haar oorspronkelijken naam is Phyllis O’Haver. Haar beste kameraad is haar moeder.

Tot haar films van naam behooren « Never too Old », « The Foolish Age », « Hearts and Flowers », «Amongst these Present », « His False Stap » en « Heart Balm ».

Hierboven zien wij haar afgebeeld in de First National film «1 Want My Man» (Ik verlang mijn Man), waarin zij een danskostuum en een theatermantel draagt, deze laatste gansch afgeboord met hermelijn. P. D. G.

0000000000>0>00>000000000c300<000

FILM-REVUE


FILM.REVUE

Iets voor de Huisvrouwen

De nieuwste keuze voor de huiskamerversiering

T[ K ga eene schemerlamp maken, zooals ik er in « 1'Enfant des Halles » eene gezien heb, zei het meisje met de rooskleurige blouse.

« En was het een kostbare? » En indien ik nog genoeg in mijn spaarpot heb, ga ik een paar van die prachtige kussens maken die ik in « Opinion Publique » heb bewonderd, antwoordde het meisje met den kakikleurigen mantel.

Dit .was een brok. van een gesprek-waarvan we onvrijwillig de getuige waren op tramlijn nr. 1, Woensdag avond hl. rond

Rooskleurige blouse en kaki mantel behoorden tot die middenklas personen; die ter school waren geweest bij de cinema, de groote opvoeder.

En die eenige terloops opgevatte woorden brachtén ons stof voor een artikeltje met bovendtaande titel.

Want de filmnijverheid bezit nu een tak van werkzaamheden meer; zij is de volledige gids van de nieuwere huisversie-ring. Naar een film gaan zien, beduidt heden een zicht nemen van de inwendige huisversiering en de gemiddelde burgers-woningen trekken nut uiit de nieuwe gedachten over huisversiering.

Vroeger, wanneer een film slechts enkele personen bevatte, namelijk een dik-oogige heldin, een edelen held en een ellendeling gedurig in achtervolging; dan waren de voorstellingen van binnenhuiskamers ook heel eenvoudig. Openlucht-tafereelen, • natuurlijk, waren altoos liefelijk.

In de slechte oude cinemajaren werden de kamers uitgebeeld door in den wind waaiende en geschilderde doek-schermen; zij geleken — van verre — op geverfde of op met papier behangen muren. Wanneer er een opening was om een deur voor te stellen, gebruikte men zware fluweelen gordijnen. Voor eenvoudige deuren, gebruikte men tooneel-deuren. De bemeu-beleering bestond uit alles wat men bij de hand kon krijgen in de studios, en ook soms uit goedkoop-gehuurde stukken uit den nabij gelegen meubelwinkel. Voor eene woonkamer gebruikte men een sa-longarnituur, in al de glorie van haar pluisfluweel en gepolijst hout. Een slaap-kamer-garnituur had men behoorlijk — ofonbehoorlijk naar gelang het geval — een bed en soms wel een toilettafel en een paar stoelen. Een eetkamer had een eet-kamergarnituur; waarom niet? Het was een eetkamer, niet waar? Ja, de bemeu-beling van tien jaar geleden was enkel meubeleering'en het bracht niets bij tot het verfraaien van de woning. De zaken doen zich thans heeslemaal anders voor. Ten huidigen dage, wanneer een film een geschiedkundig feit verbeeldt, dan zijn al de bijzonderheden geschiedkundig juist. De muren b.v. zouden geschilderd zijn in eiken panëelen van het bewuste tijdperk. De stoelen zijn getrouwe kopij ën van die - uit dezelfde eeuw. Indien een tafereel speelt in den tijd der Italia, ansche Kunst-herleving, dan moogt ge overtuigd zijn van de trouwe1 nabootsing der Rena’ssan-ce behangsels, uitsnijdingen, enz.

Wanneer ge naar de cinemavertoonin-gen komt zien, let dan op de omgeving waarin de artisten spielen. Op die wijze zult ge eene gansche reeks huisversierin-gen leeren kennen.

In de moderne tooneelinrichting hebben we veel te leeren van de cinema. Let eerst en vooral op uwe artisten. Indien zij de kuituur voorstellen, wees dan verzekerd dat gansch hunne omgeving ze weer-/ kaatst. Doch laat u niet bedriegen door' een glinsterenden achtergrond, althans Wanneer uwe artisten rollen vertolken van Nieuwe Rijken. In de cinemabeelden zoowel als in het leven, is de smakelijkste woning, die zonder overtollige versieringen.

Wanneer men over enkele jaren de woning van een rijk man wilde verbeelden, dan waren het kamers, versierd met nut-telooze en afschuwelijke vazen, met onbeduidende behangsels en tapijten. In den jongsten tijd werd dit veranderd. In de nieuwe filmen, ziet men woonkamers met eenvoudige meubelen, strenge behangsels en tapijten, gemakkelijke stoelen, de groote haard.

De meubels eener moderne woonkamer zijn slechts eenvoud, smaak en fraaiheid. Dit alles vinden we in de huidige filmbeelden weergekaatst. Ge moogt gerust deze modelkamers namaker: en deze versieringen in uw eigen woonst invoeren.

Wat de kleuren betreft, moet ieder zijn eigen oordeel raadplegen tot op den dag

FILM-REVUE

dat een genius de gekleurde filmen zal uitvinden. (Doch, hier ook zullen de cinemabeelden u helpen. Licht en schaduw worden goed weergegeven; de kleur van het hout kan men zonder veel moeite afleiden van het houtwerk. Eik is meestal mat en dof. Mahoniehout kan fijn gepolijst zijn of aan satijn gelijken. Brandschil-derwerk kan doorgaans goed onderscheiden worden in de filmen. Bij ’t versieren der woning dienen schelle kleuren vermeden. Houd u aan stille tinten; ibij uitzondering mag wel een schitterend kussen of een schoon gekleurde vaas aangetroffen worden. Uwe filmbeelden — althans inzien u ze aandachtig onderzoekt — zuilen u helpen. Indien u er toe komt eert kleine kleurzin te ontwikkelen, ten einde het samensmelten der tonen te leeren, dan zullen de Filmbeelden u aanduiden welke kleurensamenstellingen u verlangt en de wijze waarop ze verkregen worden.

De filmbeelden geven mooie samenstellingen van huismeubelen lijk men ze vindt bij begoede lieden. In ieder filmstuk -— ten minste wanneer het betrek heeft op

het huiselijk leven van den ontwikkelden stand — vinden we soms een gansch dozijn verschillende kamers. En in ieder kamer wordt alles tot in de minste bijzonderheden verzorgd.'Nog meer, in vele gevallen zijn het niet slechts afbeeldsels, doch werkelijke voorwerpen.

Ieder studio bezit nu zijn versierder, ja, soms een gansch korps van versierders; deze kiezen de meubelstukken uit of maken de versieringen op voor ieder tooneel. Indien er twijfel bestaat omtrent het eene of andere punt, worden werken over huis-meuibeleering en over versieringen geraadpleegd. JCleuren wórden met evenveel zorg uitgekozen alsof ze in hare oorspronkelijke tinten op het doek verschenen. Ja, Wanneer ge heden naar een cinemaver-tooning gaat, krijgt u niet enkel beelden te zien, doch ook nog de wijze waarop ge uw huis zoudt kunnen bemeubelen en versieren. Houd uwe oogen open en bestudeer de achtergronden zoowel als de voorplannen, indien het fraai maken uwer woning u aanbelangt. NEMO.

Vrije Tribuun

Gewoonlijk als ik een film voor de tweede maal ga bewonderen, heeft hij voor mij wel wat van zijn charme verloren. Dit was niet het geval met den film « De Twee Verstootelingen ».

ïk denk dat het vooral te danken is aan het prachtig spel der artisten met als uitblinkers: Marjore Hume, Signoret en de kleine Leslie Shaw.

Bij het aanschouwen van het groot dramatisch spel dezer artisten voelt men onwillekeurig vol ontroering de tranen opwellen.

Ook de tooneelschikking mag zeer gelukkig genoemd worden. De menigvuldige natuurzichfren zijn overheerlijk, evenals het buitenverblijf, dat smaakvol gerestaureerd is.

Het is waarlijk te betreuren dat zulke pracht-lalmen min of meer van hun waarde verliezen door de opschriften, want in de « Twee Verstootelingen » is de teks1’... (censuur), zoodat de pak-kendste deelen er dikwijls door bedorven worden.

Om maar* één voorbeeld te geven: « Schrijf maar Rouillard, dat rijmt op een kletskop zonder haar. »

Van zulken onzin zijn de opschrften . doorspekt, daar gelaten de men/gvuldige taalfouten.

Dat is de eenige smet op de anders prachtige film.

Inltusschen raad ik iedereen aan de « Twee Verstootelingen » te gaan bewonderen, men zal het zich niet beklagen. WIMIE.

OVER « DE WITTE ZUSTER »

Ze leek me een wezen, geboren tot liefdedaden en opofferingen, de arme, witte zuster. Haar lange lijdensgeschiedenis was niet het mooiste in dien film (want de historie is oud, heel oud), maar veeleer haar eigen beeld, he*t overheerlijke, naieve van haar persoon. Want was ze niet werkelijk een ideale liefdezuster, zelfs onder de men-schen, buiten de grijze kloostermuren? Ze was

niet lijk wij, want ze kende noch haat, noch nijd of m’nachting, allen lagen haar even na aan het hart. Ze week zelfs niet terug voor een daad van opperste liefde, die haar verhief boven den « barmhartigen Samaritaan », haar stervende zuster (de oorzaak van al hare rampen), verzorgend met moederlijke teederheid. En wat beteekende het groötsch schouwspel van den brakenden vulkaan, vergeleken bij haar helderen, droomenden blik. Wat bleef er nog oveT van de andere figuren toen ze verscheen stralend als een zachte, onweerstaanbare betoovering. En onwillekeurig kwamen de woorden voor mijnen geest: « Zal:g zijn de zachtmoedigen want ze zullen de aarde bezitten. »

Ze keek het leven in, hoopvol en zonder vrees, gedreven door haar onwankelbaar vertrouwen in de menschen. Het was een zeer tragisch moment in den film toen ze ervaren moest dat niet onder allen liefde woont en dat niet voor iedereen de zonne schijnt. Want ze was veel ite broos om stand te houden in de meedoogenlooze levens-etormen. *t Was onvermijdelijk dat ze werd om-vergesmeten door menschelijke ondeugden die huisden in andere zielen. En ze liet de rampen komen over haar zonden ook maar even te denken aan verzet, zonder er de oneindigheid van te begrijpen of haar? hoop prijs te geven op betere levensdagen.

In den loop van den film volgden de onheilen elkander op, aanhoudend, ononderbroken en stilaan werd het kleine wiHte zustertjen « Mater Dolorosa ». Noo t zag ik op haar bleek gelaat een trek van verbittering, een schijn van opstand. Haar oogen spraken van hoop noch van wanhoop maar keken steeds rustig vol vrede en liefde, zonder eenig verwijt voor hen die de schuld droegen van haar begraven illusies.

Dat is de witte zuster gelijk m’n oogen ze aanschouwden en gelijk ze in mijn gedachten voortleeft als een vrouw van overheerlijke kwalite ten.

LABRADOR.


FILM-REVUE

Diermiers op hel Die Doek

MEBT ge reeds bemerkt dat de dieren op bet doek wonderlijkè en openhartige tooneelspelers zijn? Al hun gebaren en bewegingen zijn gepast en afgemeten. Het is omdat zij zich geenszins storen aan het objectief en nog minder aan het publiek dat hun kunsttoeren applaudiseert.

Bemerk den hond «Bouboulen.Hij heeft zijn tanden geplant in een stuk stof, dat, naar gelang de omstandigheden, de broek as van een kind of van een kwiaaddoener of een kleedingstuk bij ongeluk tusschen de deur vastgeraakt, waarvan het gescheurd gedeelte langs den anderen kant, een vrouwtje in de grootste vérlegenheid stelt.Bouboule is woedend, niets zal hij la-/ ten ontsnappen. Hoe meer hij trekt hoe koppiger hij wordt. Niettegenstaande de weerstand der stof blijft de scheuring der deelen niet uit, ze wordt breeder en breeder en laat weldra eene naakte oppervlakte zien, die de schaar der censuur, vlug moet bedekken.

Medor, beter afgericht dan Boubole, kan een auto besturen en de pijp tooken net als een oude zeerob.

Betwijfelt gij, vriend lezer, welk een groot geduld men moet beoefenen om die kleine tooneelspelers, wiens heldendaden U vermaken, af te richten?

De methode van africhten verschilt naar gelang de natuur van het dier. Vergelijken wij Bouboule en Médor (hét zijn 2, wonderbare kunstenaars) met Jocko, de jonge kunstenaar, de nieuwe ster onder de apen.

Zeker, Jocko is een goede jongen van een aap, hij aanbidt de kinderen. Hij is uiterst verstandig. Doch al is hij vlugger dan de honden, hij is minder gehoorzaam.

Begaafd met eene buitengewone inbeelding leert hij alles gemakkelijk aan wat men hem voordoet. Hij kent zijn rol onmiddellijk, maar is hem ook ras vergeten.

De hond, integendeel, is oplettender en gehoorzamer, hij onthoudt beter'ziijne aangeleerde les. Hetgeen hij eenmaal begrepen heeft, ontsnapt hem niet gemakkelijk meer. Evenals Achille heeft Jocko ook zijn zwakheid, namelijk: de gulzigheid. Het \s met deze kwaal dat men hem bedwingt.

Men moet een volk regeeren... en de dieren door hun gebreken. Daarbij, heeft

de aap niet het geweten van den plicht zooals den hond en dit alléén maakt hem de ondergeschikte.

Natuurkundig gesproken, vergelijkt z'eh het dier het best bij den mensch en zonder de theoriën der Darwinisten te verkon- ( digen, dat hun niets anders ontbreekt dan de spraak. Dit wil nu niet zeggen dat de dieren geen bijzondere spraak hebben. Denkt gij dat, wanneer twee bietjes elkander op een haag ontmoeten en zich elkander met de voelhorns streelen, het niet is om nieuws uit den bieënkorf mede te deelen? Wanneer gij in de Lente, een huis dicht bij het bosch bewoond hebt, dan zijt gij zeker overtuigd dat de vogels niet alleen hun talent als muziekant beoefenen, wanneer zij bij den opkomenden dageraad, uit volle borst zitten te tjilpen. Het zijn privé-zaken, waarover zij onderhandelen, liefdegeschiedenissen die zich ontspinnen, jaloerschheden die uitbarsten.

De katten kunnen niet enkel spreken, maar zij lezen nog in het groot open boek der natuur. Zij besnuffelen het minste takje; zij beschouwen aandachtig, soms uren lang, het wonderbare leven der planten en der insecten.

En de honden dan! Beziet hen, de neus/ in de lucht ofwel de kop omlaag, ruiken V zij aan de steenen of onderzoeken het struikgewas. Soms blijven ze plotseling stil, den grond besnuffelende en ontdekken dan tal van eigenaardige zaken, onzichtbaar voor onze oogen.

Wanneer de dieren spreken en zeer goed de menschelijke taal begrijpen, verstaat den mensch daarentegen de taai der dieren niet. Maar van het oogenblik dat hij zich laat hooren kan hij zich, met goede behandeling en geduld doen gehoorzamen. Door ruwhéd bekomt men wéinig, terwijl men met zachtheid veel, om niet te zeggen alles verkrijgt. Als gij de dieren mishandelt worderl zij bang en de schuwheid verlamt het verstand.

Ontwikkelt langzaam hun verstand, zij zullen uw karakter vormen. Kunt gij aannemen dat de hond den invloed van zijn meester ondergaat? Het is nochtans zoo. Bijgevolg is de meester verplicht eene bijzondere zorg te besteden aan de opleiding van zijn hond. 1 oon mij uw hond

FILM-REVUE

en ik zal zeggen wie ge zijt. De baanstroo-per heeft voor hond een bedelaar; de dief, een dief; de boer, zonder geleerdheid, een grooten hond; een welopgevoed mensch, een bevallig hondje.

Geven wij Cesar, wat Cesar toekomt.

Na onze kleine artisten opgehemeld te hebben, mogen we gerust bekennen, dat het groot succes, dat zij te boeken hebben, niet enkel aan hen toekomt, ook niet aan diegenen die ze afgericht hebben. De insceneerder heeft er zijn deel in, door de handigheid waarmede hij in sommige gevallen handelt.

Zoo hebben' wij een konijn dat heel gemakkelijk de viool speelt. Maar ‘het beestje is voor geen vijf centen muzikant, niet minder dan dit moederkieken, schoolmeesteres en muziekleerares, die een gansche klas kleine kippetjes doet zingen alvorens zij gereed zijn om gebraden te worden. De slimme toeschouwer heeft alras geraden dat wij hier te doen hebben met een truk. Nooit heeft het aardig volkje van de neerhoeve of van het konijnenhol lessen ontvangen van Euterpa en het is enkel den geest van den insceneerder, die ons die aangename ta-fereelen laat aanschouwen.

Een anderen truk gebeurt in het ontroerend stuk, getiteld: « De Hond van den Blinde ». Jonge deugnieten hebben zich meester gemaakt van den hond eens blinde en aan een wagentje vastgebonden. Beroofd van zijn trouwen gids, verongelukt den blinde en sterft. De hond heeft zich weten los te wringen en volgt met neerhangend hoofd den lijkstoet, onmiddellijk achter de dragers, van tijd tot tijd springt hij op de draagberrie en wanneer de kist in den grafkuil neergelaten wordt, heft hij een klagend gehuil aan.

’s Anderdaags zit hij op het graf van zijn meester te huilen en woelt met zijn poot de aarde om.

Aan u, vriend lezer, willen we dien truk kenbaar maken, doch zwijg en wees bescheiden. In de doodskist zat de meester van den hond verborgen, deze riep

gedurig op zijn trouwen vriend; de hond, uitzinnig, wilde zijn meester ter hulp komen.

Op het graf dezelfde handelwijze; de meester had zich in den geopenden kuil geplaatst, deze was door een steen bedekt en het arme dier, denkende dat zijn meester in gevaar verkeerde was radeloos; eindelijk, ziende dat hij onmachtig was, legde hij zich neder op den steen en men bemerkte dat er tranen uit zijn sprekende oogen rolden.

Naast het drama, de komische kant.

Men draaide een tooneel 'van Lodewijk XV, waarin een hond noodig was, maar de bestuurder had het dier vergeten. Niet willende bekennen dat hij in gebreke was, ging hij onmiddellijk op zoek en bracht het eerste ’t beste hondje mede dat hij ontmoette, ’t Was een klein kef-ferken, met lange bruine haren, afschuwelijk vuil, met een echten droevigen aanblik. Men waschte en kamde het beestje, men deed het een halsband en een rozen strik om.

Niettegenstaande de goede verzorging was het diertje ontevreden, en verlangde het vurig naar zijn vrijheid terug.

Zijn rol bepaalde zich bij het volgende: Naar de keel van een dief te springen, die een eigendom poogde binnen te dringen. Maar den bolsjewistische hond, die gewoon was met nietsdoeners en vagebonden om te gaan, deed den indringer alle eer aan, terwijl hij den heer des huizes wilde aanvallen. Ten slotte werd den insceneerder ongeduldig en riep uit: Laat dien hond toch los, hebt ge dan zijn muil niet gezien? Hij heeft niets ge lijkends met Lodewijk XV!!!

Doch, laat ons geen kwaad spreken van den hond der armen. Het is de trouwste, meest toegewijde en onbaatzuchtigste der vrienden. Weinig bedorven, nederig en onderdanig, bevatten zijn oogen al de teederheid voor dien schamelen meester, gelijk voor een God, die zijn bestemming voorafgaat en die hem al zijn vreugde of droefheid van deze wereld gunt. NEMO

Ginemanieu wsj es

HET KLÎENTEEL van Paramount stijgt van dag tot dag. Het Christmaseiland, een klein hoekje der aardë in Azië, met een bevolking van ongeveer... 8 Europeanen, heeft aan Paramount te Singapore voor een regelmatige dlienst van filmen blanken) van het eiland Coços om dènzeifden gevraagd. Terzelfdertijd heeft de bevolking (30

dienst verzocht. Het beste bewijs, dat de Paramount producties over de gansdhe wereld1 worden gewild.

JACK HOLT komt het slachtoffer te zijn. van een verschrikkelijk ruitersongeval. dat hem bijna het leven kos te, bij het draaien van « The Tun-dering Herd ».

Naar de laatste berichten .echter luiden, is zijn toestand merkelijk verbeterd.


mm

14 FILM-REVUE

CINEROMAN ÜS!

naar het boek van Sir Arthur Conan Doyle « T he Lost World »

Productie Firslt National. Watterson. R. Rothaclker Vlaamsche bewerking van Ed. Neorg

Met speciale toelating van de First National Pictures van New-York. EENIG RECHT VOOR BELGIE

ROLVERDEELING:

Professor G. E. Challenger .Wallace Beery

Edward Malone, journalist Lloyd Hughes

Lord John Roxton Lewis Stone

Professor Sümmerlee Arthur Hoyt

M. Hungerton, haar vader, was de taktlooste

persoon welke er op aarde leefde. Dien avond had ‘k meer dan drie uur zijn zoutelooze praat moeten aanhooren, maar eindelijk was ik toch

met Gladys alleen.

Zij zou hier nu over mijn toekomst beslissen, ik voelde mij als een soldaat welke het signaal verwacht naar de verloren hoop.

Daar zat zij met dien trotschen blik. Hoe schoon was zij! Wij waren vrienden, goede vrienden zelfs, maar geen enkele maal was ik zoo stout geweest haar ten huwelijk te vragen.

Gladys had alle hoedanigheden der volmaakte vrouw: opmerkzame personen zegden wel dat haar bi k hard was, maar ik noem dik verraad.

Wat er in elk geva] mocht gebeuren ik wilde er dezen avond een e:nde aan maken. Ik was op het punt over die netelige zaak te beginnen, toen ik twee koolzwarte oogen doordringend op mij gericht zag.

« Ik heb zoo’n gevoel, Edward, dat ge mij op dit oogenblik tén huwelijk komt vragen », begop zij. « Maar... ónze vriendschap was zoo goed en vermakelijk, niet waar? Waarom dit nu in duigen werpen? Is het niet aangenaam dat ge steeds in conversatie zijt met een jong meisje? »

« Dit kan ik met een jonge man ook doen, Gladys. Neen Gladys, ik verlang meer, ik wil mijn armen rond u en uw hoofdje, op mijn borst... ik wil... »

Zij sprong recht daar zij zag dat ik de daad bij het woord ging voegen.

« Gij hebt onze vreugde verstoord, Edward! Spijtig, waarom kunt ge u zelf niet beheerschen?»

« Maar, Gladys, dit is toch heel natuurlijk, het is de liefde! »

« Wel mogelijk, maar daar voel ik niets van. »

« Maar Gladys, ge moet! Gij, met uw schoonheid en uw z'el! Oh, Gladys, ge moet beminnen, ge zijt er voor gemaakt! »

« Dan moet ge wachten tot ik er voor geschikt ben, Edward! »

« Maar, waarom kunt ge me niet beminnen, Gladys? Is het mijn verschijning, of wa'? »

Zij glimlachte en stak haar hand uit, zij greep mijn hoofd en blikte mij aan.

« Neen, dit is het niet », antwoordde zij. « Het zit dieper. »

« Mijn karakter? »

Zij knikte neen en dwong mij opnieuw te gaan zitten.

« Ik ben verliefd op iemand anders », sprak zij kalm.

Nu was heft mijn beurt om op te springen.

« Zeg mij wie het is! » riep ik... « Hoe ziet hij er uit? »

« Hoe kunt ge zoo iets zeggen, Gladys... Wat heeft hij dan meer als ik? Is hij geheel-onthouder, vegetariër, vlieger of een superman?.. . Ik zal dit ook worden, als ge mij maar zegt hoe ik u kan behagen! »

Zij lachte maar steeds.

Hoor eens hier, Edward, ik geloof niet dat mijn ideaal zoo zou spreken. Hij moet, meer man zijn en niet luisteren naar de grillen van een meisje. Boven alles moet die man handelen, de dood in de oogen zien. Die man zou ik niet liefhebben, maar wel zijn glorie, zijn naam. Zulk een man zal mij daarna des te meer beminnen om hem aangeraden te hebben vreemde, gevaarlijke zendingen te hebben volbracht! »

Zij was heerlijk in haar en'thous'asm waardoor ik mijn hart voelde gloeien.

Maar », wierp ik daar op, « men moet een kans kunnen hebben om zoo iets kunnen ten uitvoer te brengen. Stel mij in de gelegenheid en ik zal trachten!»

« Ge zijt omgeven van kansen », wedervoer zij,

« Ik bedoel, de ware man maakt zijn eigen kans.. Er was een voorbeeld: verleden week schreeft gij een prachtig artikel over d;t koolmijnongeluk; waarom zijt ge niet snaar beneden gegaan om de ongelukkige mijnwerkers te helpen? »

« Dit heb ik gedaan », antwoordde ik zacht.

« Daar hebt ge mij niets van gezegd », sprak zij, terwijl ze mij belangstellend gade sloeg .

« Uw eigen daden moet ge toch niet vertellen ».

Zij drukte mij hatelijk de hand.

« Vergeef mij, Edward... zoo te moeten handelen, het is meer dan mij zelf... Wanneer ik huw, zal het met een man zijn welke over ztch laat spreken. »

« Geen woord meer... Eens, wanneer ge uw plaats in de wereld' zult ingenomen hebben, dan zullen wij die zaak opnieuw bespreken. »

En zoo was het dat op een mistigen Novemberavond iik door de straten van Londen liep, met allerlei gedachten over ontdekkingen, avonturen en wat weet ik al niet meer. Ik moest iets verrichten, mijn dame waardig.

Ik heb altijd van onzen uitgever, Mc Ardle, kunnen houden. M. Beaumont was natuurlijk de eigenaar van de « Daily Gazette », welke mij gaarne mocht lijden ornaat ik een actief reporter was; die man stond hoog boven ons, maar Mc Ardle was zijn eerste luitenant en dit wisten wij.

De oude man knikte als ik b nnen kwam en zette zijn pince-nez op zijn voorhoofd.

« Zoo., zoo.. M. Malone, naar ik verneem hebt ge een heldendaad verricht na die koolmijnont-ploffing... Goed, zeer goed... Waarom zijt ge mij komen opzoeken? »

« Ik verlang een gunst. »

Hij zag verwonderd op.

FILM-REVUE

« En wat is het? »

« Mij een middel aan de hand doen om een zending te vervullen ten voordeele van ons blad. »

« En wat soort van zending speelt er in uw

hoofd? »

« Zoo iets dat verbonden, is met gevaar en avonturen. Hoe gevaarlijker hoe beter. »

« Ge zijt er dus op uit om uw leven te verliezen? »

« Pardon, om mijn leven te rechtvaardigen. »

« Lieve God, M. Malone, dit is iets buitenge-, woons!... Ik geloof dat voor zoo iets de tijd voorbij is... Daarbij, om een zending van gewicht aan iemand toe te vertrouwen moet men een man van naam hebben... Op de wereldkaart zijn de witte plekken sinds lang gevuld!... Oh. maar wacht eens », voegde hij er glimlachend bij, « dit doet mij aan iets denken... Wat zoudt ge er van zeggen om die moderne Munchausen te ontmaskeren» en hem voor iedereen belachelijk te maken... Dit zou heerlijk zijn!... Wat zoudt ge er van denken? » « Ik neem al aan wat ge mij voorstelt, als ik mijn doel maar bereik! »

Mc Ardle was eenige oogenblikken in gedachten verzonken.

« Ik geloof dat ik ditmaal iets voor u heb, M. Malone », zegde hij plots. « Waarom zoudt ge uw geluk niets eens probeeren met Professor Challenger, van Enmore Park? »

« Challenger! » riep ik uit. « Professor Challenger, de beroemde Zoologist?.. Was hij het niet welke dè schedel gebroken heeft van Blundell, van de « Telegraph »? »

De uiitgever grimlachte.

« Ge zegdet toch dat ge op avonturen uitwaart? »

« Ja, mijnheer, maar terzelfdertijd moet het ons blad voordeel brengen. »

9 « Juist... Ik veronderstel dat die man niet alitijd zoo geweldig is, en dat Blundell hem bij zijn slechte zijde genomen heeft... Gij kunt misschien meer geluk hebben en meer. takt om hem te behandelen... Ja, ja, daar is wel iets 'te beginnen hetgeen de « Gazette » kan benuttigen. »

«Ik ken dien man niet», antwoordde ik, «ik ken hem alleen bij naam door zijn proces met dien on-elukkigen Blundell. »

« Ik kan u wel een wein’g inlichten, M. Malone », zegde Mc Ardle; hij nam een papier uit een lade en las: « Challenger, George Edward. Geboren: Largs N. B. 1863. Opvoeding: Largs Academie; Edinburgh Universiteit, In 1892; Professor in het British Museum. Vereerd met de Crayston Medalie voor zoologische opzoekingen, enz., enz. Adres: Enmore Park, Kensington W. Op mijn lijst hier staan zooveel onderscheidingen en namen van wetenschappelijke vexeenigingen, waarvan hij lid is, dat het te lang zou duren om te vermelden... Daar, neem het mede. Voor van avond heb ik niets meer te zeggen. »

Ik mam het papier maar zegde verder:

« Een oogenblik, mijnheer. Gij hebt mij nog niet gezegd waarom ik dien man zou interviewen. Wat heeft hij verricht? »

« Ging twee jaar geleden op een zonderlinge expeditie naar Zuid-Amerika. Kwam verleden jaar terug, doch weigerde te zeggen waar hij juist geweest is. Vertelde wel van zijn avonturen, maar wanneer iemand er meer wilde van weten,, stoof hij op als een wilde stier. Iets wonderbaars moet er gebeurd zijn of de man is een formidabele leugenaar. Hij had ook een paar beschadigde photos welke niet duidelijk waren. Wanneer reporters bij hem thuis kwamen wierp hij ze de trappen af.. Dat is uw man, M. Malone... Ga nu naar hem toe en zie of er iets te doen is... Ge zijt groot genoeg

om u te verdedigen... Daarbij moet ge niet ongerust zijn, de wet beschermt u. »

Mc Ardle lachte opnieuw maar dien lach stelde mij niet geTust.

Ik ging naar buiten en dacht ma. Ik nam het papier aangaande de Professor en las het door bij het schijnsel mijner elektrische lamp... Daarop kreeg ik, als goed lid van de pers, een gedachte, maar juist omdat ik van de pers was zou ik niet bij Challenger kunnen geraken.

Ik ging naar de club en wendde mij tot M. Tarp Henry, lid van « De \ Natuur » n kwam recht op mijn doel af:

«Wat weet gij van Professor Challenger? » vroeg ik hem.

« Challenger? Hij was de man welke van Ame-r’.ka kwam met een fantastisch verhaal. »

« Welk verhaal, M. Henry? »

« Och onzin! Iets over niet bestaande dieren welke hij ontdekt had.Er waren in bet geheel twee personen 'welke de zaak voor ernstig opnamen, maar hij scheepte ze spoedig af. ».

« Hoedat? »

« Door zijn ruwe, onbeschofte handelwijze.Daar hebt ge die arme, oude Wadleÿ, van het Zoologisch Instituut; hij zond het bericbt: «-De voorzitter van het Zoologisch Instituut zendt de groeten aan Professor Challenger en zou het als een bijzondere gunst beschouwen indien de professor naar onze volgende vergadering wilde komen. $ Het antwoord was niet maisch. »

« Hoe luidde het? »

« Professor Challenger zendt de groeten aan de president van het Zoologisch Instituut, en zou het als een bijzondere gunst beschouwen indien de voorzitter naar den duivel liep. »

« Lieve God!... Nog iets anders over Professor Challenger? »

« Indien ge mede naar mijn bureel wilt gaan, zal ik u een artikel toonen over een ander geval dat hij te Weenen gehad heeft. »

Een half uur later was ik op het redaktiebureel van « De Natuur » met een opschrift voor me: « Weissmann versus Darwin ». Het ging over een wetenschappelijke vergadering te Weenen, waar men Challenger niet gelooven wilde en hij er alles kort en klein geslagen had.

« Kan ik nog iets voor u doen? » vroeg Tarp « Ik ga de professor schrijven», antwoordde ik. « Doch, ik zou uw adres willen gebruiken. »

« Zoudt ge dan willen dat de kerel naar hier komt en al mijn meubelen breekt? »

« Neen, neen. Ge zult mijn brief lezen. »

« Ga uw gang. »

Na geschreven te hebben, las ik mijn brief voor:

« Waarde Professor Challenger,

« Als een eenvoudig student heb ik veel belang gesteld in uw meening over Darwin en Weiss-mann. Telkens frisch ik mijn geheugen op bij het herlezen van üw meesterlijke voordracht te Weenen.

« Leugenaar! » lachte Tarp.

« Ik zou gaarne eens een interview daarover meit u hebben. Ik ben uw meening toegedaan, maar wilde meer ingelicht zijn. Met uw toestemming zal ik mij Woensdag morgen bij.u aanbieden.

« Met den meesben eerbied, heer Professor, tee-ken ik

Edward l>. Malone. »

« Welnu », riep ik, « is het zoo goed? »

« Zeker, maar wat gaat ge doen? »

« Eerst en vooral bij hem komen, en dit wil al veel zeggen. Als hij een sportman is zal hij zijn mees'er vinden. »

( Wordt voortgezet, b


Aandacht!

Leest ons weekblad

11

HKm-aniifflim

pm nog deel te kunnen nemen aan onzen

prijskamp:

“Welke is de voornaamste film van dit seizoen?” (

waarvan de eventueele prijswinnaars mogen deel nemen aan onze

Reis per Autobus

naar Holland of Brussel en omstreken, met . inbegrip van diner en lunch

T-x, . c i o __ Beheer en Redaktie

Drukk. «Excelsior», n.v., Somersstr., 22. Antw. Korte Gasthuisstr.. 16. Antwerpen