Fragment uit: Denken over liefde hoeft geen schrik aan te jagen (Hanne De Jaegher)

Over relaties

In dit boek zal ik het hebben over relaties en interacties, en over denken en kennen. Ik denk namelijk dat die twee diep met elkaar verbonden zijn.

Wat ik over relaties zeg, gaat over álle relaties. Het gaat over relaties tussen vrienden, familieleden, partners, collega’s. Interacties met onbekenden op straat, in de winkel, online. Iemand op tv. Een schrijver wiens boek je leest. Jou, lezer, die ik me voorstel terwijl ik dit boek schrijf. Je dokter, haar therapeut, zijn leerlingen. Een klant. Mijn dochter.

Het gaat over kennen en over liefhebben, en over hoe die samenhangen. Mijn idee is dat liefhebben en kennen, in de kern, hetzelfde zijn. Dat de relaties die je hebt met de dingen die je kent en met degenen die je liefhebt, hetzelfde zijn.

Als dit waar is, wordt het inzicht in beide dieper naarmate we ze elk beter begrijpen. En door dat groeiende inzicht kunnen we er ook beter in worden. Beter in liefhebben, in kennen, en ook in denken. Hier hoop ik uit te komen: een dieper begrip van kennen en van liefhebben. Een begrip dat uiteindelijk iedereen in staat zal stellen beter te denken.

De spanning van relaties

In elke relatie zitten spanningen. Je bent jezelf, terwijl je je verhoudt tot anderen. Je verhoudt je tot een ander, terwijl je jezelf bent.

Hierin spelen jijzelf en de ander de grootste rol. Of dat denk je althans. Maar ook – en dit is voor veel mensen een nieuwe gedachte – de relatie zelf. Hier kom ik al meteen bij de filosofie uit. Ik wil namelijk een idee introduceren dat dit hele boek lang een cruciale rol zal spelen.

Het idee is dat je je niet alleen tot elkaar verhoudt, maar ook tot de verhouding zelf.

Dat het nodig is om dat in te zien, blijkt uit het feit dat relaties dingen met ons doen. We merken ze vaak niet op. Onze relaties en interacties zijn zoals de lucht die we inademen, zoals het water waarin de vis zwemt. Ze zijn vanzelfsprekend, maar wel degelijk aanwezig.

Neem bijvoorbeeld het groeten van een ander. Wat gebeurt er dan? Als je elkaar al lang niet meer gezien hebt, gaat het misschien gepaard met wat gestuntel. Wordt het een knuffel of een kus? Twee kussen, of drie? Geen van jullie twee had vooraf een plan bedacht. Soms glijdt een kus op de wang uit naar het oor. En stel dat je knuffelt: wanneer laat je weer los? Soms werkt het perfect, en dan is de begroeting meteen weer vergeten. Soms voel je dat de ander (of jijzelf) meer nodig heeft, en een beetje draalt in je armen. Of de greep net verstevigt terwijl jij al klaar was om los te laten.

Hierin spelen zo veel factoren mee dat het onmogelijk is om alles te beschrijven. Maar ik wil er dit uit lichten: wat de interactie zelf doet. Het proberen te coördineren van je bewegingen met iemand anders, tijdens een begroeting bijvoorbeeld, is niet iets waar alleen de deelnemers vat op hebben. De controle ontsnapt vaak aan allebei. Ze zit dus nog ergens anders.

Hoe een begroeting tot stand komt is een combinatie van individuele verwachtingen en bedoelingen, achtergronden, gewoontes, culturele patronen, én van het interactieproces dat op dat moment ontstaat. Misschien zijn jullie allebei verbaasd over wat het uiteindelijk wordt. Aha, één kus!

Meer lezen? Bestel nu