Fragment uit: Wat de danser van de beer had geleerd (Evelyne Coussens & Thomas Crombez)

Nouveau cirque

Hoe sierlijk een pass van Ronaldo ook is, of hoe bekoorlijk het schouwspel van een vederlicht ronddansend zwaargewicht als Muhammed Ali – maar weinig mensen zullen hun kunde als ware kunst beschouwen. Of vinden dat hun sportieve prestaties moeten worden opgenomen in het pantheon van theater, dans en beeldende kunst. In het geval van circus komt die stelligheid echter op losse schroeven te staan.

Het traditionele negentiende-eeuwse circus (denk aan rondrennende paarden, clownerie en halsbrekende trapezetoeren) is al in vrije val sinds de opkomst van de moderne maatschappij. Dat heeft te maken met de ontwikkeling van tal van mogelijkheden voor amusement binnenshuis. Maar de afgelopen decennia waaiert er vanuit Frankrijk een nieuw soort circus uit over Europa. Een nouveau cirque. Het lijkt zich te willen ontwikkelen tot circuskunst.

De basisdisciplines binnen het circus berusten nog steeds op een volmaakte beheersing van het lichaam. Denk aan jongleren, acrobatiek of trapeze. In sommige gevallen hangt het leven van de artiest letterlijk af van die beheersing. Tegelijk lijkt het nieuwe circus op zoek naar een eigen dramaturgie en betekenisgeving, voorbij de kunstjes. Maakt dat van de circusartiest een kunstenaar, of blijft hij een topsporter?

Circusdramaturg Bauke Lievens wijst op de paradoxale betekenis van het begrip ‘vrijheid’ in de romantische circustraditie. In de circuspiste bewijst het virtuoze lichaam dat het zich kan onttrekken aan de natuurwetten. Het is een lichaam dat kan vliegen, dat perfect zijn evenwicht behoudt, dat dieren overwint… Maar het slaagt daar enkel in door zich dag na dag te onderwerpen aan een bijna onmenselijke oefening. In tegenstelling tot de zwoegende wielrenner op de Mont Ventoux, van wie het lijden overduidelijk heroïsch is, geeft de stralende glimlach van de trapezeartiest de indruk dat het allemaal moeiteloos gaat. Alsof er geen performance is. Het gebeurt allemaal zonder inspanning of strijd.

Niets is echter minder waar. De strijd tussen mens en object definieert wat circus is, zegt Lievens. In het traditionele circus overheerst de dominantie van het object over het lichaam. Daarom is het geen vrij, maar juist een extreem geknecht lichaam. Bijna een machine, zoals Kleist die wellicht graag had zien dansen.

Grote commerciële circussen, zoals Cirque du Soleil, zetten nog steeds in op het spektakel van de virtuositeit. Daarmee kennen ze veel succes. Ook binnen het nouveau cirque zelf is de polemiek over de kunstigheid van het circus volop aan de gang. Maar het lijkt erop dat virtuositeit alleen in toenemende mate als onbevredigend wordt gezien. Of toch als artistiek onvolwaardig.

Meer lezen? Bestel nu