Fragment uit: Cine Zoologie (Leen Engelen & Roel Vande Winkel)

Een avondje film in 1917

Op zondag twintig mei 1917 begon het programma van Cine Zoologie om half negen ’s avonds. Het duurde om en bij de drie uur. De programmabrochure werd aan de bezoekers van de bioscoop verkocht. Hierin kon je het verloop van de avond volgen. Het is vandaag niet altijd eenvoudig om op basis van de titels op het programma te achterhalen welke films er precies werden vertoond. Belgische filmverdelers bedachten vaak een Franse en Nederlandse titel voor de films. Ze bleven daarbij niet altijd trouw aan de oorspronkelijke titel.

Klassiek begon de avondvoorstelling met een live gebracht orgelwerk. Op deze meiavond was dat het indrukwekkende slotkoor voor orgel uit het oratorium Lucifer van de Belgische componist Peter Benoit. Zijn composities stonden voor de Eerste Wereldoorlog vaak op het programma van het symfonisch orkest. Cine Zoologie zette die traditie graag verder. Voor de ouverture werd het orgel gebruikt, dat stamde uit de tijd toen de zaal nog als concertzaal werd gebruikt. Het werd nooit verwijderd en kwam hier goed van pas. Dan begon het filmprogramma. Het schilderachtige land was wellicht een reisfilm. Toen volgde de korte fictiefilm Het Balschoentje. Daarna een muziekstuk gebracht door het cinema-orkest.

De volgende film was Het goudstuk (Guldmønten, 1913). Een driedelige film van de Deense producent Nordisk. Voor de oorlog had die al in verschillende Belgische bioscopen gedraaid. Maar er stonden vaak ook recente Deense films op het programma. Dat blijkt uit de aankondiging van De lievelingsvrouw van den Maharadjah, een Nordisk-film uit 1917. Denemarken bleef in de Eerste Wereldoorlog neutraal, en kon dus films uitvoeren naar de bezette gebieden.

Voor de klucht kwam, bracht het orkest nog een bravourestuk uit Rossini’s Willem Tell. Hoewel Baptist als aapmensch een banale klucht was, en wellicht al enkele jaren oud, werd in het programma aangestipt dat het om een Antwerpse première ging. De schaarste op de filmmarkt zorgde dat men niet altijd nieuwe films op het programma kon zetten. Het loonde dus de moeite te vermelden dat dit nu wel het geval was.

In de pauze werden er drankjes verkocht in de aanpalende ‘drinkzalen’. Dan volgde de hoofdfilm: De zinnelooze, een langspeler in vijf delen, met Martha Novelly in de rol van een moeder die na het overlijden van haar kind het verstand verloor. Het was een Duitse film van recente datum (Unheilbar, 1917), maar dat werd wijselijk verzwegen.

Wat de film aantrekkelijk maakte, was vooral de lengte (hoe langer de film, hoe complexer het verhaal dat men kon vertellen). Daar kwam bij dat het om een erg recente film ging. De film had dus een grote publiekstrekker kunnen zijn, ware het niet dat concurrent cinema Odéon De zinnelooze twee weken eerder al had vertoond. Na de eerste drie delen was er een muzikaal intermezzo, met een uitvoering van een strijkkwintet van Tsjaikovski. De avond werd afgesloten met de twee laatste delen van De zinnelooze.

Meer lezen? Bestel nu